Bijleveld: “Het raakt militairen als aan hun intentie wordt getwijfeld”

“Koester de vrijheid. En weet dat Defensie voor onze vrijheid vecht.” Met die woorden sloot minister Ank Bijleveld-Schouten gisteren haar speech af bij de Koninklijke Vereniging ter Beoefening van Krijgswetenschap (KVBK). Het is traditie dat de minister aan het eind van de ambtstermijn daar spreekt.

Bijleveld keek bij haar optreden bij de Universiteit Leiden terug op haar 4 jaar als minister, maar blikte vooral vooruit. Haar boodschap: Defensie heeft structureel 4 miljard nodig in de komende kabinetsperiode. Ook is meer kennis nodig om Nederland en Europa ook de komende jaren veilig te houden. “Defensie is een organisatie van de lange termijn.”

De dreiging komt vooral vanuit Rusland, dat zich vooral digitaal roert. De verhalen over inmenging bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen en Brexit-stemming zijn bekend. Maar ook in Nederland zijn hackpogingen gedaan. “Daarom moet je als krijgsmacht én een Patriot-squadron hebben dat raketten kan uitschakelen én een Cybercommando.”

Defensievisie 2035
Bijleveld haalde dan ook de Defensievisie 2035 aan. Aan dat document is liefst 1,5 jaar gewerkt. De Defensievisie moet Nederland helpen voorbereid te zijn op toenemende dreigingen. Er is de laatste jaren al extra geïnvesteerd. Het budget in deze kabinetsperiode is bijvoorbeeld met 5,5 miljard verhoogd, waarvan 1,7 miljard structureel. Maar genoeg is dat nog altijd niet om al deze dreigingen nu en in de toekomst het hoofd te kunnen bieden.

“We hebben klip en klaar gezegd: als we alles zo goed mogelijk willen inrichten, dan kost dat de komende 15 jaar structureel 13 tot 17 miljard euro extra”, haalde Bijleveld aan. “Ja, dat is een fors bedrag. Zoals hoogleraar Beatrice de Graaf het mooi zei, in een gesprek dat ik met haar had: ‘Het is voor het eerst in lange tijd dat Defensie met haar vuist hard op tafel slaat.’”

Bewogen jaren
Bijleveld erkende dat de afgelopen 4 jaar zeker niet makkelijk zijn geweest. Defensie heeft bewogen jaren achter de rug. Nog steeds staan militairen paraat om mee te helpen bij de COVID-19-crisis.

Dieptepunt was volgens de minister de crash van de NH90-helikoper bij Aruba. Daarbij kwamen 2 militairen om. “De kou sloeg ons om het hart.”

Ook een deel van de nasleep van de Srebrenica- en Hawija-affaire kwam op het bord van de minister terecht. Bij de Nederlandse luchtacties in Hawija in 2015 vielen veel burgerslachtoffers. De Kamer pakte Bijleveld en de militairen hard aan, omdat die in 1e instantie verkeerd was geïnformeerd. Er werd in de debatten zelfs van moord gesproken.

“Voor militairen voelde het als een klap in het gezicht”, zei Bijleveld. “Zij zetten zich in voor de vrijheid van anderen en zo’n uitspraak raakt hen in het hart. Ik zal als minister altijd voor hen staan. Militairen willen steun voelen van de maatschappij. Als er getwijfeld wordt aan hun intentie, dan raakt hen dat.”

Waardering
Bijleveld kaartte daarom aan dat het belangrijk is militairen waardering te tonen. Ook met het oog op de verkiezingen van 17 maart. “Vrijheid wordt beschermd door mensen die bereid zijn alles te geven. Onze vrijheid geeft ons de mogelijkheid om te zijn wie je wilt zijn, te zeggen wat je wilt, vrij te studeren en over 6 dagen te stemmen op wie je wilt, zonder angst voor geweld.”

Convenant
Aansluitend ondertekenden decaan Patrick Oonincx van de Faculteit Militaire Wetenschappen en decaan Erwin Muller van de Faculteit Governance and Global Affairs van de Universiteit Leiden een convenant. De ondertekening markeert de formele start van een intensievere samenwerking op het gebied van onderwijs en onderzoek. De minister hecht veel waarde aan de professionalisering van het militair onderwijs.

Naast gezamenlijke onderwijs- en onderzoeksprogramma’s, worden promotietrajecten ontwikkeld. Het doel van de nauwere samenwerking is een kruisbestuiving van de kennis en inzet van de krijgsmacht. Het uitwisselen van expertises over de aard van hedendaagse conflicten en het besef van de complexiteit van missies maakt dat beide faculteiten elkaar kunnen versterken.

(foto: Ministerie van Defensie)
(foto: Ministerie van Defensie)