Aan terreurgroep deelnemende man vrijgesproken van terrorisme: ‘Hij beschermde eigen huis en haard’

De Syrische vluchteling Abdulrazak B. maakte deel uit van een terroristische organisatie in Syrië, maar de man is zélf geen terrorist. Dat is het opmerkelijke vonnis van de Rotterdamse rechtbank vandaag in de strafzaak tegen B. Maar, zegt de rechtbank ook, als een Nederlander zich bij diezelfde groep had aangesloten, was die persoon weer wel een terrorist geweest. Meer hierover in het AD.

De Syrische man werd in de zomer van 2020 opgepakt in het azc in Balk (Friesland). Justitie verdacht Abdulrazak B. ervan tussen 2013 en 2016 in zijn vaderland Syrië deel te hebben uitgemaakt van 'Ahrar al-Sham'. Deze strijdgroep is door de Nederlandse rechter al meerdere keren als een terroristische groepering aangemerkt.

Op Rechtspraak.nl verscheen het onderstaande verslag van de opvallende constatering van het hof:
Een 25-jarige man is vandaag vrijgesproken door de rechtbank Rotterdam van strafbare deelname aan een terroristische organisatie. De Syriër en zijn familie werden in hun stad getroffen door terreurbombardementen van het regime. Ter verdediging liep hij gewapend wacht in zijn stad. Daarmee maakte hij deel uit van de terroristische organisatie Ahrar al-Sham, die in die stad de scepter zwaaide. Dat betekent niet automatisch dat hij ook een bijdrage leverde aan het terrorisme van Ahrar al-Sham. Het beschermen van eigen huis en haard tegen terreur kan en mag geen terrorisme heten, ook niet als dit wordt georganiseerd en gefaciliteerd door een organisatie die wij terroristisch noemen.

De verdachte wordt ten laste gelegd dat hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 in Syrië heeft deelgenomen aan een terroristische organisatie, te weten Ahrar al-Sham. Door het gerechtshof Den Haag is Ahrar al-Sham in de periode van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2015 aangemerkt als terroristische organisatie vanwege het gewapende verzet tegen het regime-Assad en het geweld tegen burgers.

De verdachte heeft verklaard dat hij heeft wachtgelopen in zijn woonplaats in Syrië. Zijn stad werd door het regime gebombardeerd met bomvaten en familieleden raakten gewond of verloren het leven. Hij is met zijn familie binnen Syrië op de vlucht geslagen voor het geweld. Naar eigen zeggen heeft de verdachte geen enkel schot gelost in de strijd. In het dossier is daar ook geen bewijs voor te vinden en ook is niet af te leiden dat de verdachte de ideologie van Ahrar al-Sham steunt en uitdraagt.

Terroristisch oogmerk
De rechtbank acht bewezen dat het wachtlopen in 2015 was en dat de groep waartoe hij behoorde werd georganiseerd en met wapens gefaciliteerd door Ahrar al-Sham. Hij heeft zich op zijn Facebookaccount ook voorgedaan als (voormalig) soldaat van Ahrar al-Sham. Hoewel Ahrar al-Sham is aan te merken als een terroristische organisatie, betekent dat nog niet dat elke deelname aan Ahrar al-Sham ook een strafbare deelneming is. Deelname aan een terroristische organisatie wordt strafbaar als de gedraging ondersteunt aan en rechtstreeks verband houdt met de verwezenlijking van het terroristische oogmerk.

Eigen huis en haard
Als het gaat om buitenlandse strijders die zich bij zo’n organisatie aansluiten is bewijs van deelname aan de organisatie op zich al voldoende voor bewijs van een rechtstreekse bijdrage aan de verwezenlijking van het terroristische oogmerk. Zij zorgen immers voor getalsmatige versterking en sluiten zich aan bij de ideologie van die organisatie. Voor Syrische strijders daarentegen die wonen in het gebied dat onder controle staat van zo’n organisatie kan dat anders zijn. En dat is naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak het geval. De Syriërs zelf beschouwden Ahrar al-Sham niet als een extremistische organisatie, maar als een organisatie die de mensen tegen het regime beschermde. De burgerwacht waaraan de verdachte heeft deelgenomen beschermde, als gezegd, de stad tegen terreur van het regime. Door de eigen stad te beschermen tegen terreur, levert de burgerwacht naar het oordeel van de rechtbank geen rechtstreekse bijdrage aan de verwezenlijking van een terroristische oogmerk. Anders gezegd, het beschermen van eigen huis en haard tegen terreur kan en mag geen terrorisme heten, ook niet als dit wordt georganiseerd en gefaciliteerd door een terroristische organisatie.

De verdachte wordt daarom vrijgesproken.