Vandaag is het nationale pindakaasdag. Wat weten we van pindakaas?

Pindakaas. Wie is er niet groot mee geworden? Een bekende slogan van een pindakaas-producent. En ze hebben nog gelijk ook. Veel dertigers en veertigers zijn opgegroeid met brood met het pindasmeersel. Meer hierover in DvhN.

Pindakaas is een voedingsmiddel  wat gemaakt is van zeer fijn gemalen pinda's. Pindakaas, in de huidige smeerbare vorm, komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten, waar het in 1893 ontwikkeld werd door John Harvey Kellogg, ten tijde van een overschot in de productie van pinda's. Pindakaas was het bijproduct van pindaolie. Het is met name populair als broodbeleg in de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Nederland en in mindere mate in Suriname (vooral een scherpere variant) en Duitsland.

In de Verenigde Staten moet pindakaas wettelijk ten minste 90% pinda's bevatten. Het is er bovendien wettelijk verboden kunstmatige zoetmakers, kleur- en conserveringsmiddelen aan de pindakaas toe te voegen. De meeste soorten bevatten ook zout en suiker om aan de smaak van de gemiddelde consument tegemoet te komen, hoewel ook reform- en andere varianten zonder toevoegingen worden verkocht.

Naast pindakaas voor menselijke consumptie is er ook pindakaas voor vogels. Deze bevat meestal geen toegevoegde zouten.

In het Engels heet pindakaas peanut butter, letterlijk vertaald "pindaboter". Ook in veel andere talen is er sprake van een samenstelling van het woord voor "pinda" en "boter" of "crème", zoals het Franse woord beurre de cacahuètes en het Zweedse woord jordnötssmör. Alleen in het Nederlands wordt het woord "kaas" gebruikt: volgens de Nederlandse Boterwet, die beoogde concurrentievervalsing door margarinefabrikanten tegen te gaan, mag een product waarin geen zuivel verwerkt wordt niet als "boter" worden aangeprezen.

Pindakaas is rijk aan plantaardige vetten en eiwitten, vitamines B1, B3 (niacine), linolzuur, inositol en resveratrol. Ook is vitamine E in hoge mate vertegenwoordigd.

Personen die lijden aan pinda-allergie kunnen van het eten van pindakaas allergische reacties krijgen.

Bij veel merken wordt om commerciële redenen de bij het malen van de pinda's vrijgekomen olie onttrokken en vervangen door het veel goedkopere "gedeeltelijk gehard vet" of "gedeeltelijk gehydrogeneerde plantaardige olie" (transvet), zoals palmolie. Hieraan kleven echter gezondheidsrisico's. De pindaolie wordt daarna los verkocht onder de naam arachideolie.

Toevoegingen aan de pindakaas zijn veelal: zout en (riet)suiker of dextrose. Ook zijn er soorten, waarin grovere stukjes pinda zijn verwerkt.

Pindakaas wordt meestal op brood gegeten, soms in combinatie met ander beleg. Pindakaas kan ook de basis vormen voor satésaus (pindasaus). De pindakaas wordt daartoe gemengd met melk, sambal, sojasaus, zout, suiker en eventueel ui of andere kruiden. Al roerend wordt de saus opgewarmd tot hij net niet kookt. Een andere toepassing van pindakaas is in pindasoep.

In de Verenigde Staten en Canada is de 'nationale sandwich' een dubbele boterham met pindakaas en gelei (peanut butter and jelly; de laatste is in praktijk vaak jam). Pindakaas wordt daar ook veelvuldig gebruikt als vulling in bonbons of andere snoepjes. Een andere populaire variant is de 'Peanut butter, banana and bacon sandwich', ook wel de Elvis sandwich genoemd omdat het favoriete broodbeleg was van Elvis Presley.

Ten slotte is pindakaas ook een goed lokmiddel om ratten te vangen. In mei 2016 werd een rattenplaag in een wijk in Nijmegen succesvol bestreden met pindakaas als lokaas in de vallen.