Vrijspraak kraanmachinist na val van boomstam op collega

De rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat een 39-jarige kraanmachinist uit IJmuiden niet strafrechtelijk moet worden veroordeeld voor het laten vallen van een boomstam op de voet van een collega. Dit gebeurde in Beverwijk op 23 januari 2019. De collega is als gevolg van dit incident een deel van zijn been verloren.

De officier van justitie had tegen de man een gevangenisstraf van vier jaar geëist, waarvan een jaar voorwaardelijk. Zij vond bewezen dat de kraanmachinist opzettelijk de grijper van zijn kraan, met daarin de boomstam, richting slachtoffer heeft gestuurd en dat hij toen de grijper expres heeft geopend, waardoor de boomstam op hem terecht is gekomen. Dit gebeurde toen collega’s sneeuwballen tegen de cabine van de kraan gooiden, waardoor de kraanmachinist boos zou zijn geworden. Volgens de officier van justitie heeft de kraanmachinist zich schuldig gemaakt aan poging tot doodslag. De man heeft zelf verklaard dat de boomstam uit de grijper is gegleden.

Opzet en schuld niet bewezen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de kraanmachinist de grijper van de kraan, met daarin de boomstam, in de richting heeft gestuurd van de plek waar het slachtoffer stond. De reden hiervoor is niet duidelijk komen vast te staan. Naar het oordeel van de rechtbank is echter niet bewezen dat hij de grijper opzettelijk heeft geopend.

Omdat de kraanmachinist er volgens de veiligheidsvoorschriften niet op hoefde te rekenen dat er mensen in de draaicirkel van de kraan zouden staan, vindt de rechtbank ook niet bewezen dat hij zo gevaarlijk met de kraan heeft bewogen dat hij moet worden veroordeeld voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door schuld.

Hoewel de gevolgen voor de collega ingrijpend zijn, oordeelt de rechtbank dat de kraanmachinist hiervoor niet strafrechtelijk veroordeeld moet worden.