Tweede Kamer herdenkt vermoorde leraar Samuel Paty

De Tweede Kamer heeft vandaag de Franse leraar Samuel Paty herdacht.

Samuel Paty is op 16 oktober vermoord in Conflans-Sainte-Honorine door middel van een gruwelijke onthoofding.

Op de dag van de moord reisde de dader 100 kilometer van zijn woonplaats Evreux naar de school van Paty. Abdouallakh Anzorov kende enkel de naam van de leraar en de naam van de school,waar Samuel Paty werkte en daarom benaderde hij een scholier en bood hem 350 euro aan om Samuel Paty aan te wijzen. De tiener wachtte daarop een tijd samen met Anzorov tot hij Paty inderdaad kon aanwijzen. Volgens de scholier vertelde de dader hen dat hij de leraar 'wilde filmen, hem wilde dwingen om vergeving te vragen, hem te vernederen en hem te slaan'. 

Het lichaam van het onthoofde slachtoffer werd rond 17.00 uur ontdekt door politie-agenten die in de omgeving van de school op patrouille waren. De precieze omstandigheden van deze moord moeten nog opgehelderd worden. Het laten zien in de klas van twee spotprenten van de profeet Mohammed (eerder door Charlie Hebdo gepubliceerd) lijkt echter de directe aanleiding te zijn van deze laffe moord. 

Direct na de moord plaatste @Tchetchene_270 (Abdullakh A.), op Twitter een afbeelding van Paty's afgehakte hoofd. Samen met de foto werd de  volgende tekst geplaatst: In de naam van Allah, de meest barmhartige, de meest genadige, aan Macron, de leider van de ongelovigen, ik heb een van je hellehonden geëxecuteerd die Mohammed durfde te kleineren.

Enkele minuten later werd de vermoedelijke dader, Abdullakh A., op ongeveer 600 meter van de plaats delict, ontdekt door de politie , ze probeerden tot arrestatie over te gaan. Echter schoot A. op de politie met een luchtbuks en dreigde hen met een mes te steken; waarna de politie negen keer op hem schoot waarbij A. werd gedood.

In de Tweede Kamer hield minister-president Mark Rutte vandaag onderstaande toespraak:

Mevrouw de voorzitter,

Een oud-leerling van Samuel Paty zei in de afgelopen dagen over hem: ‘We wilden hem allemaal als docent hebben.’

Een groter compliment is voor een leraar nauwelijks denkbaar.

Uit alles wat we lezen en horen stijgt het beeld op van een geduldige, humoristische en bovenal bevlogen en betrokken docent.

Iemand die duidelijk en streng kon zijn voor zijn leerlingen, maar die zijn gezag en het respect dat hij afdwong, ontleende aan de open en persoonlijke benadering van de jonge mensen die aan hem waren toevertrouwd.

Zo’n docent die je een leven lang bijblijft.

En juist die man, Samuel Paty, 47 jaar oud, zelf vader van een zoontje van 5, werd op de meest gruwelijke wijze vermoord en verminkt door een islamitische extremist die zelf nauwelijks ouder is dan de leerlingen van Paty.

En waarom?

Omdat hij deed wat hij moest doen: jonge mensen begeleiden in hun groei naarkritische en zelfstandige volwassenheid, in de beste traditie van de Franse republiek waarin het woord burgerschap nog altijd een speciale betekenis heeft.

Je maag draait om en je hart slaat over bij zo’n gruwelijke daad.

En het is moeilijk onze afschuw en boosheid te vatten in woorden die recht doen aan de emotie die we allemaal voelen.

Met ons hart en onze gedachten zijn we bij het zoontje van Samuel Paty, bij zijn familie en vrienden, en bij het Franse volk. We delen in hun rouw, maar ook in de Franse vastberadenheid.

Want het vrije woord kan en mag nooit geslachtofferd worden op het altaar van extremisme.

Juist in het onderwijs moet die vrijheid er voluit zijn, moeten discussies open gevoerd kunnen worden, met respect voor elkaars achtergrond en opvattingen, maar wel met een open blik.

En we hebben na de brute moord op Samuel Paty ook uit het Nederlandse onderwijs geluiden gehoord dat die vrijheid onder druk staat.

Zo schreef een oud-docent maatschappijleer en docentenopleider over de didactische kracht van de spotprent en hoe extra gemotiveerd hij sinds vorige week is daarmee nieuw lesmateriaal te ontwikkelen.

Maar, schrijft hij ook: ‘Ik weet alleen niet of ik dat nog durf.’

Dat kunnen en mogen we niet laten gebeuren.

Een andere docent maatschappijleer zei het als volgt: ‘Het is mijn taak om kinderen te leren over dit soort onderwerpen te praten. Hoe jonger, hoe beter. (…) We moeten ons niet de mond laten snoeren.’

Mevrouw de Voorzitter,

Met die laatste opmerking kan ieder weldenkend mens het alleen maar hartgrondig eens zijn.

We zullen ons niet de mond laten snoeren.

Vanuit het kabinet steunen we onze scholen en leraren onvoorwaardelijk in het belangrijke werk dat zij doen.

En samen met hen blijven we waakzaam en strijdbaar, om te zorgen voor een veilige schoolomgeving waarin geen plaats is voor zelfcensuur of taboes.

Dank u wel.