Hercules-transportvliegtuigen versneld vervangen

Defensie vervangt de 4 huidige C-130H Hercules-transportvliegtuigen eerder dan gepland. Het project wordt nu uitgevoerd tussen 2021 en 2028, waarbij vanaf 2026 de 1e vliegtuigen worden vervangen. Dat schreef staatssecretaris Barbara Visser gisteren aan de Kamer.

De toestellen werden in 1992 (2 nieuwe) en in 2005 (2 gebruikte) gekocht. De oudste komt uit 1978. Daarmee is de normale levensduur van 30 jaar ruim verstreken. Daardoor is ook de gereedheid van de vliegtuigen inmiddels onvoldoende. Dit gegeven in combinatie met het beperkte aantal toestellen zorgt ervoor dat de beschikbaarheid achterblijft bij de behoefte van Defensie. Bij uitval van 1 van de vliegtuigen komt de toch al beperkte capaciteit direct onder druk. Daarom wordt het gelijktijdig uitvoeren van taken nu beperkt.

Defensie is nu tot de conclusie gekomen dat het geplande onderhoud niet zorgt voor de noodzakelijke verbetering van de inzetbaarheid. Bij modernisering van de huidige vloot moet de beschikbaarheid de komende 4 jaar nóg verder worden verlaagd. Het direct vervangen is financieel voordeliger en verbetert de inzetbaarheid. Daarom wordt het eerder voorgenomen onderhoudsprogramma niet meer uitgevoerd en de huidige toestellen direct vervangen.

Eisen nieuwe toestellen
De nieuwe toestellen moeten overal ter wereld kunnen worden ingezet, ook onder moeilijke omstandigheden. De vervanger moet op onverharde en korte banen kunnen landen. De vliegtuigen moeten in staat zijn om (zwaar)gewonden te vervoeren en die tijdens het transport hoogwaardige medische zorg te geven.

Defensie heeft behoefte aan minimaal 2.400 vlieguren per jaar. Een vliegtuig moet meerdere soorten materieel (inclusief munitie en voertuigen) of minimaal 60 parachutisten kunnen vervoeren. Daarmee moet een afstand van 2.000 zeemijlen zijn te overbruggen. De vliegtuigen krijgen zelfbeschermingsmiddelen en communicatie- en informatievoorzieningen voor deelname aan informatiegestuurde operaties.

Kosten
De kosten bedragen tussen de €250 miljoen en €1 miljard. Daarvoor worden zogenoemde off-the-shelf-toestellen gekocht. Dit zijn bestaande vliegtuigen die zich al hebben bewezen. In de vervolgfases wordt bekeken hoe de Nederlandse industrie kan worden betrokken.

(foto: Ministerie van Defensie)
(foto: Ministerie van Defensie)