'Verplicht helm voor iedereen die op elektrische fiets rijdt'

Mobiliteitsbeleid zou zich moeten richten op stedelijke bereikbaarheid, verkeersveiligheid, luchtkwaliteit en de klimaatopgave, naast het aanpakken van de drukte in de spits. De meeste oplossingen zijn echter niet eenvoudig en vergen politieke keuzes. Dat stellen het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving in de studie Kansrijk Mobiliteitsbeleid, die vandaag uitkomt.

Drukte in spits verlichten
Een effectieve manier om de drukte in de spits te verlichten zou het aanpassen van de huidige prijsprikkels zijn. Zolang auto- of OV-kosten worden vergoed voelen mensen geen stimulans om op een ander moment te reizen dan op het drukste stuk van de dag. Een gerichte en ‘slimme’ spitsheffing kan files tegengaan, waar een algemene kilometerheffing in de uitvoering veel duurder is en grotere nadelen heeft voor de arbeidsmarkt.

In het openbaar vervoer kan de drukte in de spits worden verlaagd met een aanpassing van de OV-studentenkaart, bij voorkeur in combinatie met enige aanpassing van onderwijstijden.

Steden beter bereikbaar
Stedelijke bereikbaarheid kan verbeterd worden door betere verbindingen, met kortere reisafstanden door ruimtelijk bundelingsbeleid, en een betere benutting van bestaande infrastructuur.

Ook investeren in de fiets (fietspaden, stallingen) helpt; dat heeft bovendien voordelen voor de verkeersveiligheid, maar kan ten koste gaan van de ruimte voor de auto. Om de verkeersveiligheid verder te vergroten zal een verplichte fietshelm voor kinderen tot 12 jaar en voor berijders van elektrische fietsen veel schelen: jaarlijks 7% verkeersdoden minder. Dat is een relatief groot effect, tegen beperkte kosten.

Klimaatopgave
Voor de klimaatopgave kan de overgang naar elektrisch rijden een belangrijke bijdrage leveren. Fiscale stimulering van het bezit van een elektrische auto versnelt deze overgang, maar tegen aanzienlijke kosten voor de overheid. Voor de samenleving als geheel zijn de meerkosten van elektrisch rijden beperkt. Omdat elektrische auto’s relatief goedkoop zijn in gebruik, kunnen op termijn extra congestieproblemen optreden.

Voor de luchtvaart is het klimaatvraagstuk extra nijpend. Voor deze sector is de uitstoot groot, maar de overstap op hernieuwbare energie lastig en de internationale concurrentie hevig. Denkbare maatregelen zijn het beprijzen en normeren van emissies.

Investeren in hogesnelheidsspoorlijnen als alternatief is kostbaar en heeft alleen positieve klimaateffecten als de vrijgekomen capaciteit niet met extra vluchten wordt opgevuld.

Om uitstoot van fijnstof en stikstofoxiden tegen te gaan (voor het verbeteren van de luchtkwaliteit en verminderen van de stikstofdepositie) is adoptie van nieuwe technologie en handhaving van regels het meest effectief. Zo kan bij dieselmotoren door correct gebruik van de schone technologie die voor nieuwe motoren verplicht is, de uitstoot van stikstof voor 80% en de uitstoot van fijnstof vrijwel volledig worden weggenomen.

Gezien de lange levensduur van motoren is het belangrijk dat nieuwe aankopen op de korte termijn, de invulling van klimaatambities op de langere termijn niet belemmeren.