Coronacrisis dwingt tot hervorming vee-industrie

De coronacrisis dwingt ons tot herziening van de wijze waarop we met onze vee-industrie omgaan, stelt Anne Hilhorst van Wakker Dier. Want hoewel corona en intensieve veehouderij geen direct verband hebben, hebben andere gevaarlijke zoönosen en de intensieve veehouderij dat wel. Corona geeft ons een onheilspellende waarschuwing.

Gevaarlijke zoönosen zijn geen exclusief Chinese aangelegenheid. Een nieuw virus kan overal ter wereld ontstaan. En zich razendsnel verspreiden door onze geglobaliseerde economie. Het is niet de vraag of maar wanneer de volgende pandemie uitbreekt. En de intensieve veehouderij speelt hierin een belangrijke rol.

Veeteelt en ontbossing
We houden ongelofelijk veel vee. Alleen al in Nederland leven er op dit moment 3,8 miljoen runderen, 12,3 miljoen varkens en 101,7 miljoen kippen. En al deze miljoenen dieren moeten eten. Mondiaal wordt driekwart van alle landbouwgrond gebruikt voor de productie van veevoer, zoals soja. Er wordt wereldwijd op grote schaal bos (regenwoud) gekapt om al dat voer te verbouwen. Zo trekken mensen steeds verder het leefgebied van wilde dieren in.

Door die toegenomen interactie met wilde dieren komen mensen ook vaker in contact met nieuwe ziekten. Een derde van de zoönose-uitbraken werd veroorzaakt door de gevolgen van ontbossing. Zo sloeg het Nipahvirus over van vleermuizen naar varkens toen het bos werd gekapt en zij met elkaar in contact kwamen. Daarna sprong het virus over van varkens op mensen, met vele zieken en doden tot gevolg.

Broedplaats
En dan is er nog de vee-industrie zelf. Experts waarschuwen al jaren voor het risico op het ontstaan van gevaarlijke zoönosen in de veehouderij. En zoals viroloog Peter Rotier het onlangs formuleerde: ‘Ook in onze eigen veestallen feesten de virussen’. Eigen veestallen, daar hebben we er nogal wat van.

Vee speelt een grote rol bij de overstap van ziekteverwekkers van wilde dieren naar mensen. Kippen, koeien en varkens vormen een soort brug naar ons. Dit geldt zeker voor dieren in de intensieve veehouderij, omdat die dieren elkaar gemakkelijk besmetten in overvolle stallen en het virus zich zo snel verspreidt.

Dieren in de intensieve veehouderij zijn veel vatbaarder voor ziekten. Melkkoeien zijn gefokt op hoge productie, kippen en varkens zijn gefokt op snelle groei, niet op een goede weerstand. De weerbaarheid wordt verder verkleind door slechte leefomstandigheden en chronische stress. Bovendien is er weinig sprake van genetische variatie tussen de dieren, wat de verspreiding in een stal vergemakkelijkt. De intensieve veehouderij is een broedplaats voor potentieel gevaarlijke zoönosen.

Hervorming nodig
De coronacrisis toont aan dat we spelen met vuur. Wereldwijd, maar ook in Nederland. We moeten de druk op de aarde verminderen, daarom het is belangrijk dat we veel minder vlees gaan eten. Minder vlees betekent minder dieren en minder ontbossing. Daarnaast moeten we aan de slag met ons eigen broeinest: de intensieve veehouderij. Er is een stevige hervorming nodig naar gezonde kringlooplandbouw: minder dieren, sterkere dieren en meer ruimte.

Het roer moet om. Zowel de overheid als de agro-foodsector zijn extreem gericht op de korte termijn. De intentie om minder vlees te eten wordt zelfs actief tegengewerkt door subsidies en vleesstunts. De huidige crisis biedt een uitgelezen kans om het anders te doen en over te stappen naar een veilige en toekomstbestendige veehouderij. Dat is beter voor de dieren, beter voor de wereld, en beter voor onszelf aldus Wakker Dier.