Ongekend grote krimp consumptie huishoudens in april

Consumenten hebben in april 17,4 procent minder besteed dan in april 2019, meldt het CBS. Dit is verreweg de grootste krimp van de binnenlandse consumptie door huishoudens die het CBS ooit heeft gemeten. De consumenten gaven vooral minder uit aan diensten, duurzame goederen en motorbrandstoffen. De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen groeiden daarentegen. 

Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie in juni ongunstiger dan in april. De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen.

Consument besteedt vooral minder aan diensten en duurzame goederen
De uitgaven aan diensten lagen in april 24,6 procent lager dan een jaar eerder. Diensten betreffen onder meer een bezoek aan restaurant, kapper, theater, pretpark, sportschool, voetbalwedstrijd en het gebruik van openbaar vervoer. Aan duurzame goederen werd 14,8 procent minder besteed dan in april 2019. Huishoudens kochten vooral minder kleding, schoenen en personenauto’s. Zij schaften daarentegen wel meer elektrische apparatuur en woninginrichtingsartikelen aan.

Consumenten hebben 3,6 procent meer besteed aan voedings- en genotmiddelen dan in april 2019. Aan overige goederen, zoals gas en motorbrandstoffen, gaven huishoudens 10,7 procent minder uit dan een jaar eerder. Dit komt vooral doordat consumenten veel minder motorbrandstoffen hebben getankt.

Drie weken geleden meldde het CBS dat de detailhandel in april 1,5 procent minder heeft omgezet dan in april 2019. Het verkoopvolume lag 3,5 procent lager. De foodsector realiseerde een hogere omzet, terwijl de omzet van de non-foodsector kromp. Ook deze cijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.

Omstandigheden voor consumptie in juni ongunstiger dan in april
Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.

Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie door Nederlandse huishoudens in juni ongunstiger dan in april. Dat komt doordat ondernemers in de industrie veel negatiever waren over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun bedrijf en doordat de groei van de werkzame beroepsbevolking omsloeg in een krimp.

Nooit eerder heeft het CBS zo’n grote krimp van de consumptie door huishoudens gemeten. Het CBS heeft cijfers over de consumptie door huishoudens vanaf 1922, met uitzondering van de periode 1940-1948. De huidige reeks met maandcijfers loopt vanaf 2000. De cijfers van voor die tijd zijn kwartaal- en jaarcijfers. De kwartaal- en jaarcijfers van voor 1995 zijn niet gemaakt volgens het Europees Systeem van Rekeningen (ESR) 2010, de huidige Europese standaard voor de nationale rekeningen. Daarnaast zijn er van de periode voor 1969 alleen cijfers over de nationale consumptie door huishoudens beschikbaar. De nationale consumptie door huishoudens wijkt af van de binnenlandse consumptie door huishoudens, doordat de nationale consumptie door huishoudens de bestedingen van Nederlandse huishoudens in zowel het binnen- als buitenland betreft, terwijl het bij de binnenlandse consumptie gaat om de bestedingen van Nederlandse en buitenlandse huishoudens in Nederland.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.