Geen verschoningsrecht voor ouderlingen Jehovah's Getuigen

Er is geen verschoningsrecht voor ouderlingen van de Jehovah’s Getuigen die deel uitmaken van een rechterlijk comité van die gemeenschap. Zij zijn op dat moment geen geestelijk hulpverlener. Dat oordeelt de rechtbank Overijssel in een klachtprocedure waarin de Jehovah’s Getuigen en vijf ouderlingen bezwaar maakten tegen de inbeslagname van stukken in strafrechtelijke onderzoeken naar seksueel misbruik.

Onderzoek naar seksueel kindermisbruik
Het Openbaar Ministerie verrichtte in november 2018 doorzoekingen bij het hoofdkantoor van de Christelijke Gemeente van de Jehovah’s Getuigen in Nederland, de woningen van een aantal klagers en de Koninkrijkszalen in Assen en Dordrecht. Het OM zocht naar documenten van rechterlijke comités die de Jehova’s vormen als er een lid beschuldigd wordt van seksueel kindermisbruik.

De ouderlingen in deze klachtprocedure zijn geen verdachten in die strafrechtelijk onderzoeken, maar maakten mogelijk deel uit van de rechterlijk comités of ze wisten waar de samenvattingen van de comités waren opgeslagen.

Geen geheimhoudingsplicht
De rechtbank oordeelt dat de ouderlingen en de Jehovah’s Getuigen geen beroep kunnen doen op het verschoningsrecht. Er is in dit geval geen sprake van een geheimhoudingsplicht die hoort bij de vertrouwensrelatie die geestelijke zorg- en hulpverleners hebben met de hulpvrager.

De informatie die binnen het rechterlijk comité wordt gedeeld, wordt niet aan de ouderlingen toevertrouwd in hun rol als hulpverlener, maar in hun rol als lid van het rechterlijk comité. Bij het melden van seksueel misbruik binnen de Jehovah’s Getuigen zijn ouderlingen, onafhankelijk van de vraag wie die melding maakt, dus geen geestelijk verzorgers die aan anderen hulp verlenen.

Bovendien kan niet worden gezegd dat de geheimen die hulpzoekenden aan de ouderlingen toevertrouwen niet met anderen binnen de gemeenschap worden gedeeld. De geheimhoudingsplicht van een ouderling is niet absoluut, zo blijkt ook uit de statuten van het kerkgenootschap.