7 jaar cel voor wurgen echtgenote

De rechtbank heeft een 61-jarige man uit Ermelo voor het doden van zijn echtgenote (doodslag) veroordeeld. Hij kreeg een gevangenisstraf van 7 jaar opgelegd. De man bracht op 11 september 2019 zijn echtgenote om het leven door haar te wurgen. Dit vond plaats in hun woning.

De rechtbank sprak de man wel vrij van moord. Uit niets bleek er dat de man planmatig, of na (een moment van) kalm overleg, heeft gehandeld. Wel vond de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat er sprake was van doodslag.

Kostbaarste bezit 
De man bracht zijn echtgenote om het leven in de echtelijke woning, een plek waar zij zich veilig mocht voelen. Hiermee ontnam hij aan het slachtoffer het kostbaarste bezit, het leven dat nog voor haar lag. De man zorgde ervoor dat de moeder van hun volwassen zoons niet meer in leven is en dat de tweelingzus van zijn zwager niet meer leeft. De man bracht de nabestaanden en andere dierbaren van het slachtoffer, in het bijzonder de 3 volwassen zoons en de tweelingbroer van het slachtoffer, onherstelbaar en groot leed toe waarmee zij de rest van hun leven geconfronteerd zullen blijven. De man beging met het plegen van deze doodslag één van de zwaarste misdrijven die de Nederlandse strafwet kent.

De rechtbank overweegt dat uit het oogpunt van normhandhaving en uit het oogpunt van vergelding volgt dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Schuldbewust
De officier van justitie eiste een straf van 11 jaar. De rechtbank legde een lagere straf op. Zij kwam als volgt tot die straf. Bij de strafbepaling houdt de rechtbank er rekening mee dat de man zich tijdens het politieonderzoek meewerkend heeft opgesteld. De man is een schuldbewuste dader. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn daad en toont berouw. De rechtbank vindt ook van belang dat niet is gebleken dat de man eerder geweld gebruikte. De kans op herhaling van gewelddadig gedrag is volgens deskundigen laag. Er is sprake geweest van een eenmalige, zij het zeer ernstige, geweldsuitbarsting. Ook de man zal moeten leven met de gedachte dat hij hiermee zijn echtgenote, de moeder van zijn zoons, en de tweelingzus van zijn zwager, om het leven heeft gebracht.

Tot slot neemt de rechtbank in haar afweging mee dat de zoons van de man - tijdens het op zitting door hen uitgeoefende spreekrecht - naar voren hebben gebracht dat zij hun moeder erg missen en niets de daad van hun vader rechtvaardigt. Zij voegen daaraan toe dat zij vinden dat zij niet zijn gebaat bij het aan hem opleggen van een lange gevangenisstraf.