Vrouw aangevallen nadat ze jongeren vroeg of avondwinkel nog open was

De 34-jarige Marina is tijdens de nieuwjaarsnacht aangevallen op Wittenburg in Amsterdam. Haar man vroeg aan een groep jongeren of er nog een avondwinkel open was, maar dat draaide uit op een confrontatie. 'Zou het zuurstofgebrek zijn geweest door die domme ballonnen?', vraagt ze zich af.

Marina en haar man besluiten een ommetje te maken op Wittenburg nadat ze hun drie maanden oude zoontje op bed bij opa en oma hadden gelegd. Rond 01.00 uur vragen ze aan een groep jongeren op straat of zij weten of er nog een avondwinkel open is. 'Ze stonden met een enorme tank met lachgas om een auto heen. Ik kreeg een ballonnetje in mijn hand gedrukt, maar ik hoef dat spul niet', vertelt Marina.

De sfeer is grimmig en de jongeren schreeuwen dat het stel weg moet gaan. 'Vanaf dat moment gaat alles zo snel. Ik word door een kleine jongen geslagen en voordat ik het weet lig ik ineens op de grond. Het bloed spatte uit mijn neus.'

Marina staat snel op en roept dat ze aangifte gaat doen. 'Ze gingen voor het kenteken van de auto staan zodat ik dat niet kon noteren. Daarna rijdt de auto weg en vluchten de jongeren. Althans dat denken we. Ineens worden er meer jongeren bijgehaald. Toen heb ik mijn man meegetrokken naar het huis van mijn ouders', vertelt ze.

In eerste instantie durft Marina geen aangifte te doen, maar als ze de volgende dag in de spiegel kijkt, bedenkt ze zich geen moment. 'Toen ik wakker werd en mijn  gezicht zag, wist ik dat ik wel aangifte moest doen. Hier kunnen ze toch niet zomaar mee wegkomen?'

Marina is zeer aangeslagen en heeft pijn aan haar neus en hoofd. 'Mijn neus staat scheef, maar dat kan door de zwelling komen. Ik moet een afspraak maken met de kno-arts dus het is nog even afwachten wat de schade precies is', vertelt ze. Door het incident durft ze niet meer door de buurt te lopen. Ook haar moeder is bang. 'Wij lijken veel op elkaar, dus ook zij wil niet meer alleen op straat lopen uit angst dat ze haar herkennen.'

Ze hoopt dat de jongens zich melden. Ze heeft contact met de wijkagent, die volgens haar  een vermoeden heeft om welke groep het gaat. Ze heeft inmiddels aangifte gedaan. Marina snapt niet hoe dit incident heeft kunnen gebeuren.