Stand van zaken vroegpensioen bij de politie

In juni 2019 hebben het kabinet en de sociale partners een pensioenakkoord gesloten, waarin onder meer mogelijkheden voor vroegpensioen zijn opgenomen. Na de zomer zijn het ministerie, de korpsleiding en de vakorganisaties hierover met elkaar in gesprek gegaan. Inmiddels is er meer duidelijkheid over de laatste stand van zaken.

Zwaar beroep
In de cao 2018-2020 is afgesproken dat de werkgever en de vakorganisaties weer aan tafel gaan als er mogelijkheden ontstaan voor vervroegde pensionering voor bepaalde beroepsgroepen met een zwaar of hoog risico beroep.

Politiewerk is een zwaar beroep met een hoge fysieke en mentale belasting. Politiemensen worden dagelijks geconfronteerd met heftige gebeurtenissen, extreme situaties, geweld, dreiging en fysieke belasting. Het politiewerk gaat ook altijd door: nachtdiensten, weekenddiensten, verschuivingen in roosters en overwerk zijn vaste onderdelen van het werk. Dit zijn belastende elementen, zeker als iemand ouder wordt. De organisatie investeert daarom in duurzame inzetbaarheid en daarover zijn in de laatste cao afspraken gemaakt.

Ondanks deze afspraken maken veel politiemedewerkers zich zorgen over hoe ze het werk kunnen volhouden tot steeds hogere leeftijd. Op dit moment maken veel oudere politiemedewerkers al de keus om eerder te stoppen met werken, daarbij gesteund door eerder beschikbaar gestelde voorzieningen voor vroegpensioen zoals Inkoop Max. De korpsleiding deelt de zorgen van de werknemers. Het is vanwege de zwaarte van het beroep, de daaraan verbonden risico’s en de aard van het werk voor politiemensen niet altijd mogelijk gezond en wel werkend de eindstreep halen. De mogelijkheid van het pensioenakkoord om in die situaties een oplossing te bieden, is een belangrijke aanvulling op het beleid voor duurzame inzetbaarheid en de eerder beschikbaar gestelde voorzieningen om eerder te stoppen.

Uitwerking vroegpensioenregeling
Het pensioenakkoord biedt werkgevers en werknemers de mogelijkheid om in de periode 2021-2025 een tijdelijke regeling voor vroegpensioen af te spreken voor werknemers die in deze periode drie jaar voor hun AOW-leeftijd zitten. Volgens het pensioenakkoord is zo’n regeling bedoeld voor werknemers die niet konden inspelen op de verhoging van de AOW-leeftijd en die niet in staat zijn op een gezonde manier door te werken tot hun AOW-leeftijd. Het pensioenakkoord biedt daarnaast structureel de mogelijkheid extra verlof te sparen dat onder meer kan worden gebruikt om eerder te stoppen met werken.

Er wordt nu gekeken hoe de mogelijkheden van het pensioenakkoord kunnen worden ingezet bij de politie, waarbij de organisatie ook rekening moet houden met de situatie, waarin het korps zich nu en in de komende jaren bevindt. De capaciteit van de politie staat onder druk door het vertrek van veel ervaren mensen de komende jaren. Er wordt hard gewerkt aan het normaliseren van de werkdruk en het opvangen van de uitstroom. De politie is op dit moment nog met de vakorganisaties in gesprek over verschillende voorstellen voor het versnellen en verhogen van de instroom van inzetbare politiemensen. Voor de korte termijn biedt dit echter onvoldoende soelaas. Samen met het ministerie en de vakorganisaties staat de politie dus voor een ingewikkelde opgave.

De komende tijd is nodig om helderheid te krijgen over de inhoudelijke en financiële voorwaarden voor een vroegpensioenregeling. De politie wil uiterlijk voor de zomer duidelijkheid kunnen geven over de inhoud van de vroegpensioenregeling. Daarna kan de invoering van de vroegpensioenregeling worden voorbereid. Een vroegpensioenregeling treedt op zijn vroegst per 1 januari 2021 in.