Waarom er steeds minder bijen en insecten zijn

De afgelopen jaren hebben imkers een afname van koloniën gemeld, vooral in West-Europese landen zoals Frankrijk, België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Spanje en Nederland. Het fenomeen komt ook voor in andere delen van de wereld waaronder de Verenigde Staten, Rusland en Brazilië. Het is duidelijk een globaal probleem.

Het onderwerp heeft de publieke aandacht getrokken. Bijen en andere insectenbestuivers zijn immers essentieel voor ons ecosysteem en onze biodiversiteit. Een vermindering van bestuivers betekent dat veel plantensoorten mogelijk zullen verdwijnen, samen met andere organismen die direct of indirect van hen afhankelijk zijn. Daarenboven heeft de vermindering van het aantal en van de diversiteit van bestuivers invloed op voedselveiligheid, met mogelijk opbrengstverlies in de landbouwsector.

Om het probleem tegen te gaan en om beter samen te werken op Europees en nationaal niveau op gebied van milieu-, landbouw- en gezondheidsbeleid, presenteerde de Europese Commissie in 2018 het “EU-initiatief inzake bestuivers”: het eerste, uitgebreide initiatief op EU-niveau met een focus op wilde bestuivers. Het doel is om méér kennis te verwerven over deze afname, om ze tegen te gaan en om méér bewustzijn te creëren. Op 3 december nam de Commissie Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) een resolutie aan over het initiatief met de vraag naar méér specifieke middelen om wilde bestuivers te beschermen. Europarlementariërs willen dat het gebruik van pesticiden verder afneemt en ze willen méér financiering voor onderzoek.

Slechts weinig planten bestuiven zichzelf. Het merendeel is afhankelijk van dieren, wind of water om zich voort te planten. Naast bijen en andere insecten, kunnen verschillende dieren voor bestuiving zorgen: van vleermuizen, vogels, hagedissen, tropische bloemen voor nectar tot apen, knaagdieren en eekhoorns. Door de afname van bijenpopulaties, zijn boeren in sommige delen van de wereld - zoals China - begonnen met het handmatig bestuiven van hun boomgaarden.

Bijen in Europa
In Europa zijn bestuivers voornamelijk bijen en zweefvliegen, maar ook vlinders, motten, sommige kevers en wespen. De tamme, westelijke honingbij is de meest bekende soort en wordt door imkers gehouden voor de productie van honing en andere producten. Bovendien telt Europa ongeveer 2000 wilde soorten. Het idee dat “beheerde bestuivers” voor het merendeel van de bestuiving van gewassen zorgt, is recent in vraag gesteld door onderzoek dat aantoont dat honingbijen wilde bestuivers eerder aanvullen dan vervangen.

Op dit moment zijn er geen wetenschappelijke gegevens beschikbaar die de afname volledig kunnen verklaren, maar er is bewijs van een grote afname in bestuivers, voornamelijk als gevolg van menselijke activiteiten. Over bijen en vlinders zijn de meeste data beschikbaar. Deze data tonen aan dat 1 op 10 bijen- en vlindersoorten met uitsterving bedreigd worden in Europa. Er wordt geen specifieke reden aangehaald voor de afname. Bestuivers worden geconfronteerd met verschillende factoren die kunnen samenwerken en synergiën kunnen creëren. Eén van deze bedreigingsfactoren is de verandering in landgebruik voor landbouw of verstedelijking, wat leidt tot de afname en degradatie van natuurlijke leefomgevingen. Intensieve landbouw leidt tot homogene landschappen en het verdwijnen van de verscheidenheid in flora, het verminderen van voedsel en nestmiddelen. Pesticiden en andere vervuilers hebben ook een invloed op bestuivers - direct (insecticiden en fungiciden) en indirect (herbiciden). Om deze reden benadrukt het Parlement dat het verminderen van pesticiden prioriteit is. Uitheemse invasieve soorten zoals de Aziatische hoornaar (Vespa velutina) en ziektes zoals parasieten zijn ook zeer gevaarlijk voor honingbijen. Verder zijn de stijgende temperaturen en extreme weersomstandigheden door klimaatverandering bijkomende factoren.

78% van de wilde bloemsoorten en 84% van de gewassoorten in de EU zijn in zekere mate afhankelijk van insecten voor de productie van zaden. Bestuiving door insecten of andere dieren zorgt ook voor meer variatie en een betere kwaliteit van fruit, groenten, noten en zaden.

Gewassen zoals tomaten, paprika, citrusvruchten halen voordeel uit bestuiving door dieren. Volgens schattingen kan 5 tot 8% van de huidige wereldwijde productie van gewassen rechtstreeks worden toegewezen aan bestuiving door dieren. Bestuivers dragen ook rechtstreeks bij aan medicijnen, biobrandstof, vezels en constructiemateriaal. Het Europees Parlement zal het onderwerp bespreken en stemmen over een resolutie tijdens de plenaire vergadering in januari.

Bijen ter illustratie (Afbeelding: Pixabay)
Bijen ter illustratie (Afbeelding: Pixabay)