Nakomelingen verzetsstrijders ontevreden over NS-regeling oorlogstransport

De Nederlandse Spoorwegen (NS) gaat op 3 oktober in gesprek met nakomelingen van gedeporteerde verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog. Zij worden nog niet gecompenseerd voor het treintransport naar nazi-kampen.

Dat meldt Trouw. De NS verzorgde tijdens de Tweede Wereldoorlog de transporten van Joden, Roma, Sinti, krijgsgevangenen en dwangarbeiders, in opdracht van de Duitse bezetter. Naar schatting verdiende het spoorbedrijf daar 2,5 miljoen euro aan.

Compenseren
Deze zomer maakte de NS bekend gedeporteerde slachtoffers te gaan compenseren. De ongeveer 500 nog levende Joden, Roma en Sinti die door de NS naar kamp Westerbork vervoerd werden, kunnen aanspraak maken op een bedrag van 15.000 euro. Weduwen en weduwnaars krijgen een tegemoetkoming van 7500 euro en kinderen tussen de 5000 en 7500 euro.

Via de site van de Commissie Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WOII Transporten NS kunnen belanghebbenden een aanvraag doen. Inmiddels zijn er zo'n 3000 claims binnen.

Verontwaardiging
Opvallend is dat niet alle betrokkenen hier recht op hebben. Andere groepen - waarbij bijvoorbeeld geen sprake is van genocide als motief - vallen buiten de compensatieregeling. Maar ook kleinkinderen van Joden die vermoord zijn, krijgen geen schadevergoeding. En dat leidt tot steeds meer verontwaardiging.

Meerdere verenigingen gaan daarom al voor 3 oktober in conclaaf, om voor het gesprek met de NS een standpunt te kunnen bepalen. Zo vergadert de stichting Centraal Orgaan Voormalig Verzet en Slachtoffers (COVVS) half september over de regeling.

Buitengesloten
"Alle mailtjes die ik van leden heb ontvangen gaan nu hierover: iedereen voelt zich niet erkend en buitengesloten", verklaart COVVS-voorzitter Dik de Boef. Een woordvoerder van NS erkent dat probleem in Trouw. Het spoorbedrijf realiseert zich dat bij er bij elke afbakening mensen teleurgesteld zullen zijn, vertelt ze.

De NS is daarom van plan om met het voormalige verzet ook in gesprek te gaan over een soort collectieve compensatie. Bijvoorbeeld in de vorm van een monument of een onderwijsprogramma.