Verkrachtingsverdachte krijgt na 22 jaar taakstraf door verzuim OM

In een verkrachtingszaak die 22 jaar geleden plaatsvond in het Amsterdamse Vondelpark, heeft de rechtbank aan de nu 49-jarige dader een gevangenisstraf van één jaar opgelegd. Die straf is grotendeels voorwaardelijk: omdat het Openbaar Ministerie de zaak al die tijd heeft laten liggen en omdat de man verder nooit is veroordeeld voor zedendelicten.

In 1997 werden in het Amsterdamse Vondelpark meerdere vrouwen verkracht. Op basis van de verklaringen van de slachtoffers werd destijds de man, die nu is veroordeeld, aangehouden. Het openbaar ministerie (OM) deed geen vergelijkend onderzoek met het DNA-profiel uit het bloed dat de man toen vrijwillig afstond en vervolgde hem niet.

Coldcaseteam
Een zogeheten coldcaseteam van de Amsterdamse politie onderzocht in 2017 de zaak opnieuw en daarbij kwam de man weer in beeld als verdachte. Ditmaal werd wel vergelijkend DNA-onderzoek verricht op sperma dat in het lichaam van het slachtoffer was aangetroffen, wat een match opleverde met het DNA van de man. Voor verkrachting geldt geen verjaringstermijn en dus kon het OM de zaak alsnog vervolgen. De rechtbank oordeelt, mede op basis van het DNA-bewijs, dat de man de dader moet zijn geweest en legt hem een gevangenisstraf op van één jaar, waarvan het grootste deel voorwaardelijk. Alleen de tijd die de man in voorarrest doorbracht, wordt onvoorwaardelijk opgelegd. De man hoeft dus niet meer terug de gevangenis in, tenzij hij zijn voorwaarden schendt. De man moet zich onder psychologische behandeling stellen. Ook krijgt hij daarnaast een taakstraf van 240 uur.

Redelijke termijn
Hoewel de rechtbank zich realiseert dat een ernstig feit als verkrachting ook na 22 jaar nog steeds veel impact heeft op de maatschappij en kan hebben op een slachtoffer, moet een dergelijke overschrijding van de redelijke termijn, doordat het OM de zaak al die jaren heeft laten liggen, consequenties hebben voor de strafmaat. Het OM heeft in 1997 immers verzuimd DNA-vergelijkend onderzoek te verrichten. Wanneer het OM een strafzaak vervolgens 22 jaar lang op de plank laat liggen, moet dat – ook volgens jurisprudentie van de Hoge Raad – gevolgen hebben voor de strafmaat.

Vergelding of preventie
Daarbij heeft de rechtbank overwogen welk doel strafoplegging heeft. In het algemeen kunnen 2 doelen gediend zijn: vergelding en preventie. Uit de verklaring van aangeefster van 13 augustus 2019, waaruit blijkt dat zij geen wrok of woede naar verdachte toe koestert, concludeert de rechtbank dat vergelding in mindere mate aan de orde is. Preventie is dan het belangrijkste doel. De man is de afgelopen 22 jaar verder niet veroordeeld voor zedendelicten. Om een eventueel recidiverisico te verkleinen, legt de rechtbank aan de man de voorwaardelijke gevangenisstraf op met de verplichting zich te laten behandelen.