Zakkenrollerij aan de kust piekt in de zomer

Aan de kust komen met name lichtere vermogensmisdrijven in de zomermaanden vaker voor dan in de rest van het jaar. In de rest van Nederland is dit niet het geval. Ruim een kwart van de registraties van zakkenrollerij in de kuststreek werd in de periode 2016-2018 in juli en augustus gedaan. Elders in het land vond zakkenrollerij in de zomer minder vaak plaats dan in de rest van het jaar. Dit meldt het CBS op basis van een nieuwe analyse.

Lichtere vermogensdelicten komen aan de kust relatief vaak voor in de zomermaanden juli en augustus. Binnen deze categorie piekte vooral het aandeel registraties van zakkenrollerij, 27 procent van deze gevallen vond in de zomer plaats. Fietsendiefstal (25 procent) en diefstal uit of vanaf overige vervoermiddelen (23 procent) volgen.

Ook in de zomer is zakkenrollerij overigens niet het meest voorkomende lichte vermogensdelict aan de kust. Met gemiddeld 690 geregistreerde gevallen in juli en augustus samen (2016-2018) is dat de categorie ‘overige diefstal’, wat voornamelijk eenvoudige diefstal betreft zoals het wegnemen van een telefoon of zonnebril. Na overige diefstal volgen fietsendiefstallen (580), oplichting (330) en diefstal uit / vanaf een personenauto (300). De politie registreerde 100 gevallen van zakkenrollerij.

Lichtere vermogensdelicten zijn veelvoorkomende geldgedreven misdrijven. Deze worden doorgaans lichter gestraft en zijn minder ingrijpend voor de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer dan zwaardere vermogensmisdrijven, zoals straatroof en woninginbraak.

Slachtoffer zakkenrollerij woont meestal in andere gemeente
Aan de kust is 65 procent van de slachtoffers van zakkenrollerij in de zomer afkomstig uit een andere gemeente dan waar dit misdrijf plaatsvond. Dit aandeel is ruim twee keer zo groot als bij diefstal uit of vanaf vervoermiddelen zoals (brom)fiets, motor of scooter (29 procent) en fietsendiefstal (25 procent). Slachtoffers die in dezelfde gemeente wonen als waar het misdrijf plaatsvond komen in de kuststreek vooral voor bij fietsendiefstal (63 procent) en diefstal uit of vanaf vervoermiddelen. In de rest van het land worden slachtoffers vaker in hun woongemeente gerold, of van hun fiets of bezittingen uit hun vervoermiddel beroofd dan aan de kust.

Het aandeel slachtoffers dat niet in een Nederlandse gemeente staat ingeschreven, is in de kuststreek bij diefstal uit of vanaf een vervoermiddel en ook bij fietsendiefstal hoger dan elders in Nederland. Bij niet in Nederland geregistreerde slachtoffers kan het bijvoorbeeld gaan om dag- of verblijfstoeristen of om mensen die hier tijdelijk verblijven.

Lichtere vermogensdelicten grootste zomerpiek aan de kust
Het aandeel misdrijven in de zomer is aan de kust groter dan in de rest van het land. Van alle geregistreerde criminaliteit aan de kust piekte het aandeel lichtere vermogensmisdrijven het meest in de zomer (21 procent). Ook geweldsmisdrijven (20 procent) komen daar vaker voor in de zomer. De politie registreerde in juli en augustus gemiddeld 1,4 duizend lichtere vermogensdelicten per maand. Dat is een kwart meer dan de ongeveer 1,1 duizend misdrijven die gemiddeld per maand werden geregistreerd. Op afstand volgen vernielingen (ruim 400 misdrijven per maand in de zomer) en geweldsmisdrijven (ruim 300 meldingen).

Piek overnachtingen aan de kust in de zomer
In de kuststreek was het aantal overnachtingen in logiesaccommodaties in juli en augustus ruim het dubbele van het jaargemiddelde in de periode 2016–2018. Deze zomerpiek is met gemiddeld ruim 4 miljoen overnachtingen per maand in geen enkel toeristisch landsdeel zo hoog. Daarnaast trekt de kust relatief veel dagjesmensen.

Aan de kust komen met name lichtere vermogensmisdrijven in de zomermaanden vaker voor dan in de rest van het jaar.