Vergroening gewasbeschermingsmiddelen zet door

De Europese ministers van Landbouw bespraken vorige week in de Landbouwraad in Brussel de ontwikkeling van duurzame gewasbeschermingsmiddelen. Op tafel lag een analyse van de ontwikkeling van laag-risicostoffen en basisstoffen in de laatste twee jaar. Er zijn nu zestien werkzame stoffen als laag-risicostof toegelaten, waarvan twaalf nieuw in de afgelopen twee jaar.

Het gaat om elf micro-organismen (bacteriën en virussen) en vijf plantenextracten. Als positief signaal naar het bedrijf dat de stof ontwikkelde, wordt een laag-risicostof goedgekeurd voor vijftien jaar, een gangbare stof voor de productie van gewasbeschermingsmiddelen voor tien jaar.

Op basis van de werkzame stof kunnen gewasbeschermingsmiddelen worden ontwikkeld en ingediend. In het totaal werden de laatste twee jaar in Europa 91 aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen op basis van laag risicostoffen gedaan. Daarvan zijn er inmiddels 75 toegelaten.

Basisstoffen
Het aantal zogenaamde basisstoffen steeg in dezelfde periode van elf naar twintig. Basisstoffen zijn stoffen die al van andere toepassing bekend zijn – bijvoorbeeld als voedingsmiddel -, maar die ook voor gewasbeschermingstoepassingen kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld melk voor desinfectie van snoeimessen, bier ter bestrijding van slakken). Ze mogen voor dat doel dan wel worden toegepast, maar niet als zodanig op de markt worden gebracht.

Nederland
In Nederland ziet het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) eenzelfde ontwikkeling. Bij het Ctgb zijn inmiddels 16 laag-risicomiddelen en 28 middelen op basis van een laag-risicostof toegelaten. Daarnaast zijn voor 2019 en verder al 20 aanvragen voor de Europese beoordeling van nieuwe stoffen op basis van micro-organismen en plantenextracten bekend, dat is ruim 70% van de in totaal aangemelde nieuwe stoffen.

De 20 basisstoffen hebben een Europese toelating en zijn daarmee ook in Nederland te gebruiken.