Vattenfall bouwt tweede windpark op zee zonder subsidie

Vattenfall (voorheen bekend als NUON, red.) gaat het tweede subsidieloze windpark op de Nederlandse Noordzee bouwen en exploiteren, op de kavels III en IV van windenergiegebied Hollandse Kust (zuid). Het windpark zal in 2023 gereed zijn en 760 MW aan vermogen leveren. Dat is zoveel stroom als 1 miljoen huishoudens gebruiken. Het park zal voorzien in ruim 2,5 procent van onze elektriciteitsbehoefte. Vattenfall kreeg in 2018 via dochterbedrijf Chinook ook de vergunning om de andere kavels (I en II) van Hollandse Kust (zuid) te exploiteren.

Van subsidie ontvangen naar huur betalen
De windenergiesector groeit en windparken aanleggen wordt steeds goedkoper. In 2016 kreeg de ontwikkelaar van windenergiegebied Borssele nog subsidie voor de geproduceerde elektriciteit. In 2018 won Chinook/Vattenfall de eerste subsidieloze tender. Bij windpark Hollandse Kust (zuid) III en IV moet Vattenfall een vorm van huur (erfpacht) betalen voor de plaats waar het in de zee staat. Het gaat om zo’n 2 miljoen euro per jaar. De elektriciteitskabel naar land wordt door netbeheerder TenneT aangelegd.

Windparken op zee en Klimaatakkoord
In het Klimaatakkoord staat dat in 2030 70% van onze elektriciteitsverbruik duurzaam is (wind of zon). Dat komt neer op in elk geval 84 TWh. Meer dan de helft daarvan komt van windparken op zee (49 TWh). De overige 35 TWh komt uit windparken op land en zonneparken op land. Windenergie op zee is niet alleen belangrijk voor de elektriciteitsbehoefte van huishoudens en bedrijven. Ook de industrie heeft het hard nodig om de huidige fossiele brandstoffen en grondstoffen te kunnen vervangen door ‘groene moleculen’, zoals waterstof uit elektrolyse met stroom uit windparken.

Hoe komt het windpark eruit te zien?
Onderstaande impressie geeft een indruk hoe het windpark Hollandse Kust (zuid) III en IV eruit kan komen te zien. Vattenfall bouwt ook een windpark in kavels I en II, en voorziet daardoor dus het hele gebied van windturbines.

De windturbines staan dan gemiddeld ongeveer 1 kilometer uit elkaar. De ruimte tussen de windturbines is in principe beschikbaar voor ander gebruik, zolang dat samengaat met het windpark. Onder water biedt een windpark mogelijkheden voor natuurontwikkeling: bepaalde soorten herstellen zich in windparken doordat visserij de bodem niet beroert of omdat ze zich kunnen vestigen op of rondom de funderingen van de windturbines.

Oogsttijd
De komende jaren zal de hoeveelheid stroom die windparken op zee leveren sterk toenemen – er breekt als het ware een ‘oogsttijd’ aan. Momenteel staan er windparken in zee met een totaalvermogen van ongeveer 1 gigawatt (GW). In 2023 staat er voor minimaal 4,5 GW vermogen. Dat is 16% van de elektriciteitsproductie. In 2030 zal daardoor ca. 11 GW aan windparken op zee staan. Deze leveren dan 40% van ons elektriciteitsverbruik.

Bouw andere windparken vordert
Voor het windenergiegebied Borssele geldt dat zowel Ørsted (winnaar kavels I en II) als Blauwwind (winnaar kavels III en IV) bezig zijn met de start van de bouw. Zo staat er van Ørsted al een onderhoudscentrum in Vlissingen. In mei 2019 is het eerste transformatorstation (‘het stopcontact’) op zee geplaatst, dat de elektriciteit van de windparken zal transporteren naar het vasteland.

Vattenfall is ook al bezig om de bouw van de windturbines in kavels I en II in het windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) voor te bereiden.