Opnieuw meer partnerschapsregistraties

Het aantal paren dat een geregistreerd partnerschap sluit is in vijf jaar verdubbeld. Bijna 20.000 paren kozen in 2018 voor een partnerschapsregistratie, ongeveer een kwart van alle paren die hun relatie bij de burgerlijke stand vastlegden. Vooral bij degenen die rond de dertig jaar oud zijn is het aandeel dat een partnerschap sluit de laatste jaren toegenomen. Dat meldt het CBS.

Het geregistreerd partnerschap werd op 1 januari 1998 ingevoerd, vooral om het ook voor paren van gelijk geslacht mogelijk te maken hun relatie formeel vast te leggen. De belangstelling voor het geregistreerd partnerschap is in de loop van de jaren gegroeid, vooral na 2013. Het jaarlijkse aantal partnerschapsregistraties is sindsdien verdubbeld, van 9,4 duizend in 2013 naar 19.800.

Het aantal huwelijkssluitingen bleef in dezelfde periode vrijwel gelijk. Elk jaar trouwen er zo’n 65.000 paren, vorig jaar waren dat er 64,3 duizend.

Steeds jonger bij sluiting partnerschap
De gemiddelde leeftijd van personen die een partnerschap laten registreren is sinds de invoering van de regeling gedaald. In 2003 waren geregistreerd partners gemiddeld ruim 38 jaar bij de sluiting, degenen die trouwden waren gemiddeld 33 jaar. Inmiddels is er nauwelijks nog verschil. Geregistreerd partners waren in 2018 gemiddeld genomen een kleine 36 jaar, terwijl gehuwden gemiddeld iets ouder waren dan 36 jaar.

Toename partnerschapsregistraties vooral rond de dertig
Vooral in de leeftijdsgroepen rond de dertig jaar zijn er in verhouding tot de bevolking meer mensen die een partnerschap laten registreren. Sloten in 2013 nog ruim 6 van de duizend niet-gehuwde vrouwen van 30 tot 35 jaar een dergelijk partnerschap, in 2018 waren dat er 15 van de duizend. In de andere leeftijdsgroepen was de stijging kleiner. Mannen zijn doorgaans ouder dan vrouwen als ze trouwen of een partnerschap aangaan. Ook bij hen is de toename het grootst bij de 30- tot 35-jarigen.

Het aandeel dat trouwt is in deze leeftijdsgroepen juist gedaald. Onder twintigers en dertigers neemt de belangstelling voor het huwelijk af. Bij jongere generaties is het gebruikelijk geworden om eerst een tijd ongehuwd samen te wonen en pas later of helemaal niet te trouwen.

Partnerschap vaker de eerste geregistreerde relatie
Met het grotere aantal twintigers en dertigers dat voor het partnerschap kiest, is het voor een steeds groter deel van de stellen ook de eerste relatie die zij bij de burgerlijke stand vastleggen. In de beginjaren na de invoering van het geregistreerd partnerschap was het aandeel dat al eerder getrouwd was relatief groot. In 2003 was het voor ruim een derde niet de eerste relatie. Hoewel er ook de laatste jaren meer partners in hun tweede of latere relatie voor een geregistreerd partnerschap kiezen, is hun aandeel gedaald tot minder dan een vijfde.

Bij degenen die trouwen is het aandeel dat niet voor het eerst een formele verbintenis aangaat door de jaren heen vrijwel gelijk gebleven. Voor iets meer dan een vijfde was het een tweede of latere relatie.