LTO vindt pensioenakkoord maatschappelijke en economische winst

De gezamenlijke ondernemingsorganisaties zijn verheugd dat het is gelukt om met de vakbonden en het kabinet tot een principe pensioenakkoord te komen. "Zo zijn oplossingen gevonden om eerder te kunnen stoppen bij zwaar werk en stijgt de AOW-leeftijd minder snel. Ook ontstaat perspectief op het weer kunnen verhogen van de pensioenen. De maatregelen geven mensen vertrouwen en duidelijkheid. Het pensioenstelsel wordt bovendien eerlijker, transparanter en persoonlijker", aldus de ondernemingsorganisaties.

Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW: "Het belangrijkste is dat de maatregelen voor jong en oud zekerheid en duidelijkheid geven hoe onze samenleving omgaat met de vergrijzing en de oudedagsvoorziening. Dat is maatschappelijke en economische winst die polder en politiek nu gezamenlijk leveren. Het kabinet trekt substantiële middelen uit voor alle maatregelen en dit kan alleen vanwege het feit dat we een zeer concurrerende economie hebben en houden."

Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland: "Ik ben blij dat we na lang onderhandelen tot een principeakkoord zijn gekomen waarbij goed rekening is gehouden met mkb-ondernemers en hun medewerkers. Polder en politiek hebben hun verantwoordelijkheid genomen. Met de afspraken verstevigen we weer het vertrouwen van mensen in het pensioenstelsel."

Marc Calon, voorzitter LTO Nederland: "Met dit principeakkoord hebben we gezamenlijk een mijlpaal bereikt en is de stabiliteit van onze toekomstige sociale infrastructuur in Nederland geborgd. Het was een hard, taai en ingewikkeld proces maar het resultaat is een set afspraken waar breed draagvlak voor is. We hebben met elkaar laten zien dat de Nederlandse polder nog steeds werkt. Daar mogen we trots op zijn."

Alle afspraken op hoofdlijnen

Twee pensioencontracten
Naast de Wet verbeterde premieregeling wordt er een nieuwe premieovereenkomst toegevoegd met meer collectieve risicodeling. Beide contracten bieden een grotere kans op verhoging van de pensioenen, doordat geen enorme buffers meer te hoeven worden opgebouwd, zoals nu. De premie wordt in het arbeidsvoorwaardenoverleg bepaald en is langdurig stabiel wat zekerheid geeft aan werkgevers en -nemers en tevens zorgt voor minder effecten op de conjunctuur. Zie voor de twee pensioencontracten het SER-advies. Deelnemers krijgen veel beter inzicht in hun pensioenopbouw en wat ze mogen verwachten op termijn. De mogelijkheden van waardeoverdracht worden sterk verbeterd, waardoor het stelsel beter past bij de moderne arbeidsmarkt en deelnemers krijgen de keuze een beperkt deel van hun pensioen op de pensioendatum ineens op te nemen.

Afschaffing doorsneesystematiek
Door afschaffing van de doorsneesystematiek gaat iedereen straks dezelfde pensioenpremie betalen waardoor een eerlijker systeem ontstaat. Over de adequate compensatie en kostenneutrale transitie van de afschaffing zijn goede afspraken gemaakt. Voor de definitieve wetgeving kan pas groen licht worden gegeven als duidelijk is dat het nieuwe systeem voor alle pensioenregelingen werkt.

AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd wordt vanaf nu tot en met 2021 bevroren op 66 jaar en vier maanden en loopt daarna op tot 67 in 2024. De één op één koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting is niet houdbaar en wordt teruggebracht vanaf 2025 naar 8 maanden voor elk jaar dat mensen ouder worden. Beide maatregelen zorgen ervoor dat de AOW-leeftijd wat minder snel stijgt en de AOW een solide basis van ons pensioenstelsel kan blijven.

Eerder stoppen met zwaar werk
Naast een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd- zijn maatregelen afgesproken om te zorgen dat mensen met zwaar werk eerder kunnen stoppen dan de AOW-leeftijd. Dit gebeurt met maatwerk in de betreffende sectoren en ondernemingen. Werkgever en werknemer kunnen met wederzijdse instemming afspreken dat iemand tot drie jaar eerder stopt. De werkgever betaalt dan over de eerste 19.000 euro geen RVU-heffing. Verder kunnen mensen hun pensioen naar voren halen en komt er extra budget voor maatwerk. Deze afspraken zijn tijdelijk tot 2025. In de tussentijd worden structurele maatregelen verkend.

Zzp’er kan eenvoudiger pensioen opbouwen
Met de nieuwe pensioencontracten kunnen zzp’ers straks eenvoudiger pensioen opbouwen in de tweede pijler. Het wordt daarnaast fiscaal ook aantrekkelijker om zelf voor pensioen te sparen (derde pijler). Verder hebben kabinet, vakbonden en werkgevers afgesproken dat er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering komt voor zzp’ers, die nog verder wordt uitgewerkt door de betrokken partijen en met ruimte voor uitzonderingen, zoals in de agrarische sector.

Dekking
De afspraken vragen vele miljarden. Het kabinet financiert dit uit verschillende bronnen. Een voor werkgevers relevante maatregel is de beperking van het lage inkomensvoordeel en uitfasering van de jeugd-LIV. Werkgeversorganisaties hebben bereikt dat werkgevers de komende tijd voorstellen kunnen doen om het hele stelsel aan loonkostensubsidies beter en efficiënter vorm te geven waardoor deze bezuiniging kan worden opgevangen.