Nederlandse en Belgische clubs praten weer over BeNeLiga

Tien clubs uit Nederland en België hebben dinsdag een oriënterend gesprek gehad over een Belgisch-Nederlandse voetbalcompetitie. Bij de vergadering in het Philips Stadion in Eindhoven waren vertegenwoordigers aanwezig van Ajax, PSV, Feyenoord, AZ, Vitesse, FC Utrecht, Club Brugge, Standard Luik, Anderlecht en RC Genk. Die van AA Gent waren verhinderd, zo weet Voetbal International vrijdagmiddag te melden.

Voor het eerst waren ook vertegenwoordigers van beide nationale bonden aanwezig, nadat sommige clubs eerder al met elkaar over het plan spraken. Het overleg is gestart, omdat de UEFA mogelijk de Europese clubcompetities helemaal op de schop gooit. De bond overweegt vanaf 2024 één grote Europese liga te maken die uit drie divisies bestaat.

In dat geval zou er een systeem moeten komen met promotie en degradatie tussen de Europese toernooien. Bovendien hoeven Champions League-tickets dan niet langer te worden afgedwongen via de nationale competities. Die komen daardoor nog meer onder druk te staan.

Het is echter nog lang niet zeker dat het UEFA-plan doorgaat. Nederlandse en Belgische clubs willen nu onderzoeken hoe ze competitiever zouden kunnen worden door de krachten te bundelen en ook welke slag ze financieel zouden kunnen maken, bijvoorbeeld door het afsluiten van een gezamenlijk tv-contract.

Doel van het project is in eerste instantie om te bekijken of een BeNeLiga haalbaar is, zodat duidelijk wordt wat een samenwerking in sportief en economisch opzicht kan opleveren. De partijen bespreken nog hoe ze dat kunnen onderzoeken.