'General Lee-standbeeld is oorlogsmonument'

Een rechter in de staat Virginia heeft geoordeeld dat standbeelden die verwijzen naar de Amerikaanse burgeroorlog bescherming genieten als oorlogsmonumenten en gedenktekens. Die beslissing viel in een rechtszaak tegen het weghalen van een standbeeld van generaal Robert E. Lee, wat het bestuur van de stad Charlottesville wilde doen.

Het plan om het beeld weg te halen was in 2017 aanleiding voor hevige protesten, waarbij een dode viel toen een nationalistische demonstrant met zijn auto op een groep linkse tegendemonstranten inreed. Dat verhevigde vervolgens de discussie over de beelden, die toch al flink was gepolariseerd.

Tegenstanders zien de beelden, samen met confederale vlaggen, als onwenselijke uitingen van het Amerikaanse slavernijverleden. De burgeroorlog (1861-1865) werd namelijk onder meer gevoerd omdat de zuidelijke staten zich verzetten tegen het afschaffen van de slavernij. Ze riepen hun eigen confederatie uit, maar werden uiteindelijk door het noorden verslagen. De beelden uit die tijd worden door veel Amerikaanse zuiderlingen, net als de vlag, gezien als culturele symbolen.

Racisme
Rechter Richard Moore erkende dat het betoog van tegenstanders tegen het beeld van generaal Lee en soortgelijke standbeelden relevant was, namelijk dat het om symbolen van blanke overheersing zou gaan. Maar hij oordeelde volgens de BBC dat het racisme van Lee en diens medestander, generaal Thomas 'Stonewall' Jackson, uiteindelijk niet relevant was.

In plaats daarvan kwam hij tot de conclusie dat het om oorlogsmonumenten en gedenktekens voor de generaals gaat, waardoor de standbeelden bescherming van de staat Virginia genieten. Dat betekent dat het stadsbestuur niet gerechtigd is om ze weg te halen. Dat mag alleen de staat.