EBTL-personeel is onvoldoende toegerust voor taak

Personeel van de twee speciale opvanglocaties waar overlastgevende asielzoekers verblijven, is onvoldoende toegerust voor zijn taak. Medewerkers hebben nauwelijks juridische en praktische middelen om grenzen te stellen aan asociaal of crimineel gedrag. Dit blijkt uit onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar aanleiding van het niet-natuurlijk overlijden van een asielzoeker uit de Extra Begeleiding en Toezichtlocatie (EBTL) in Hoogeveen.

Volgens de Inspectie heeft het EBTL-personeel de man zo zorgvuldig mogelijk opgevangen, tot aan een confrontatie waarbij hij viel. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dit incident onderzocht nadat de inspectie haar bevindingen hierover met het OM heeft gedeeld. Het OM heeft besloten geen strafrechtelijke vervolging in te stellen.

Opvang in de specifieke casus
De man kwam op 9 maart 2018 beschonken de EBTL Hoogeveen binnen. Hij verbleef daar vanwege zijn vele problemen en lastige gedrag. Hij viel die dag drie keer, de laatste keer bij een confrontatie met medewerkers. De man overleed daags erna, volgens de schouwarts ten gevolge van die val. Tot aan dit incident heeft het personeel geprobeerd maatwerk te leveren in de opvang van deze asielzoeker, concludeert de inspectie. Zij verrichtte het onderzoek op verzoek van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Zwaardere problemen
Uit het onderzoek blijkt dat de bewoners in de EBTL’s vaak zwaardere problemen hebben dan vooraf was ingeschat. Een groeiende groep bewoners is verslaafd of kampt met medische en/of psychische problemen. Veelal weigeren zij hun gedrag aan te passen. Medewerkers kunnen asociaal of crimineel gedrag van bewoners niet begrenzen. De politie reageert niet altijd direct op meldingen van agressief gedrag tegen medewerkers terwijl dat wel de afspraak is. Ook afspraken om asociaal en crimineel gedrag buiten de EBTL’s aan te pakken, worden niet altijd nagekomen.