Jongere Turkse en Marokkaanse 2e generatie trouwt later

In Nederland geboren mannen en vrouwen met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond gaan op steeds latere leeftijd trouwen, en krijgen later kinderen. Dat blijkt uit een onderzoek naar relatie- en gezinsvorming van de tweede generatie van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI), gepubliceerd in het Jaarrapport Integratie 2018 van het CBS.

Het onderzoek is gebaseerd op registergegevens van het CBS. Wat zijn de verschillen in relatievorming tussen mensen met een Nederlandse achtergrond en mensen van de tweede generatie? En wat zijn verschillen binnen de tweede generatie, tussen degenen die in 1980 of in 1990 geboren zijn? De tweede generatie is zelf in Nederland geboren en heeft tenminste één in het buitenland geboren ouder.

Minder vaak op jonge leeftijd getrouwd
Jongvolwassenen van de tweede generatie met een Turkse of Marokkaanse herkomst zijn vaker getrouwd dan degenen met een Nederlandse achtergrond. Onder jongvolwassenen geboren in 1990 is het verschil echter kleiner dan bij personen uit 1980. Van de in 1980 geboren mannen en vrouwen van Turkse herkomst was 31 procent op 21-jarige leeftijd getrouwd, bij de generatie uit 1990 was dat met 9 procent veel lager. Ook bij de Marokkaanse herkomstgroep daalde het percentage. Met 21 jaar zijn maar weinig mensen met een Nederlandse achtergrond getrouwd. Ook met 26 jaar zijn bij de jongere geboortegeneraties minder mensen getrouwd. Bij de Turkse tweede generatie nam het percentage af van 55 procent naar 38 procent gehuwden, bij de Marokkaanse van 39 procent naar 30 procent.

Ook later moeder
De in 1990 geboren tweede generatie van Turkse of Marokkaanse herkomst trouwt later, en krijgt ook later kinderen dan die uit 1980. Dit verschil is het grootst bij de Turkse herkomstgroep, waar vrouwen meestal getrouwd zijn als ze moeder worden. In de generatie 1990 is het verschil tussen het aandeel moeders met Nederlandse, Turkse of Marokkaanse achtergrond van 21 of 26 jaar aanzienlijk kleiner dan bij de generatie uit 1980. Van de in 1990 geboren vrouwen uit de drie herkomstgroepen was rond de 5 procent op hun 21e moeder, bij de Turkse vrouwen uit 1980 was dat nog 16 procent en bij de Marokkaanse 12 procent. Op 26-jarige leeftijd was de helft van de in 1980 geboren vrouwen van Turkse herkomst al moeder, bij de jongere generatie 28 procent.

Vaker partner van de tweede generatie
De tweede generatie met Turkse of Marokkaanse achtergrond trouwt meestal met iemand van dezelfde herkomst. Bij degenen die op hun 26e getrouwd waren, was dat rond de 90 procent. Het aandeel is in de in 1990 geboren generatie iets lager dan in die uit 1980. De huwelijkspartner van de jongere generatie is wel veel vaker ook van de tweede generatie, dus in Nederland geboren. Trouwde 66 procent van de in 1980 geboren Turkse tweede generatie nog met een in Turkije geboren partner, van de jongere generatie was dat nog 24 procent. Bij de Marokkaanse herkomstgroep nam het percentage af van 70 procent naar 29 procent.