Beveiliger krijgt taakstraf voor ontucht met patiënt

Een 36-jarige man uit Mierlo is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor ontucht met een vrouw die intern bij de GGzE verbleef. Hij krijgt 100 uur taakstraf en een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 57 dagen voorwaardelijk.

De verdachte werkte als beveiliger bij de GGzE in Eindhoven en ondersteunde in die rol verpleegkundigen op het gebied van logistiek en bij crisissituaties. Hij begeleidde verder patiënten op en rond het terrein en deed spelletjes en keek tv met ze. In september 2017 kreeg een patiënt een uur verlof en werd de verdachte aangesteld om als begeleider met haar te wandelen op en rond het terrein van de GGzE. Tijdens de wandeling had hij seksueel contact met de vrouw.

Volgens de rechtbank bestonden de werkzaamheden van de verdachte uit de persoonlijke begeleiding van patiënten en waren zij afhankelijk van hem, aan zijn zorg toevertrouwd en was er sprake van een relatie ‘zorgverlener – patiënt’. De verdachte had daarom nooit seksueel contact met de vrouw mogen hebben en is schuldig aan ontucht, oordeelt de rechtbank.

Verminderd toerekeningsvatbaar
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de vrouw een jonge, kwetsbare vrouw is die een behandeling onderging op een afdeling voor zeer complexe psychische problematiek. Weliswaar ervaarde de verdachte door zijn lichte verstandelijke beperking geen overwicht en had hij daardoor ook geen oog voor de kwetsbaarheid van de vrouw, hij was zich wel bewust dat seksueel contact met patiënten niet was toegestaan. Daarnaast had zijn functie hem ervan moeten weerhouden seksueel contact te hebben met de patiënt, ook als zij, in de ogen van de verdachte, instemt met het seksuele contact.

De rechtbank volgt het advies van een psycholoog om de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. De verdachte heeft een cognitieve beperking en kon daardoor de context van de sociale situatie en van zijn handelen niet goed overzien waardoor hij de verleiding niet kon weerstaan. De rechtbank weegt verder mee dat de verdachte inmiddels onder behandeling is bij de verslavingszorg en onder bewindvoering staat voor zijn schulden. Ook heeft hij sinds kort vanuit de reclassering een forensisch woonbegeleider. De rechtbank bepaalt dat de verdachte zich verder moet laten behandelen aan zijn verslaving. Dit koppelt zij als bijzondere voorwaarde aan de deels voorwaardelijke celstraf.