Woningbouw krijgt deksel op neus van rechter

Woningcorporatie Ymere verliest een rechtszaak tegen een 64-jarige man die na zijn scheiding opnieuw bij zijn inmiddels bejaarde moeder ging wonen in Amsterdam Zuidoost. De man zou vrijwillig bij haar wonen, maar Ymere was van mening dat de Amsterdammer niet in aanmerking zou komen als medehuurder, zo meldt AT5 op haar website. 

De 64-jarige zoon trok in 2012 in bij zijn 89-jarige moeder na een scheiding met zijn ex. Sindsdien staat hij ingeschreven op haar adres en betaalt hij gedeeltelijk de huur. In april 2016 heeft de man een verzoek bij Ymere ingediend tot medehuurderschap. Deze werd in april 2017 afgewezen, omdat er volgens de woningcorporatie onvoldoende was aangetoond dat er een gemeenschappelijke huishouding gevoerd zou worden.

Niet hulpbehoevend
De woningcorporatie was van mening dat de man niet uit vrije wil samenwoonde met zijn moeder, maar mantelzorger was omdat zijn moeder hulpbehoevend zou zijn. Van een gelijkwaardige relatie is volgens Ymere dus geen sprake, terwijl dat wel een voorwaarde is om als medehuurder op het contract te komen.

Daarnaast meende Ymere dat de 64-jarige man niet mee zou betalen in de huur en het huishouden. Ook zouden inwonende kinderen volgens de woningcorporatie alleen onder bijzondere omstandigheden 'duurzaam' kunnen samenwonen. Volgens Ymere geldt de regel voor medehuurder daarom niet voor hem en wil de woningcorporatie niet dat mensen op deze manier aan een woning komen.

Gelijkwaardige relatie
De rechter is het hier niet mee eens. De bejaarde moeder van de man kan nog prima zelfstandig functioneren. Ook omdat moeder en zoon nog samen activiteiten ondernemen, is de relatie wel degelijk gelijkwaardig.

Daarnaast is er volgens de kantonrechter voldoende aangetoond dat de 64-jarige zoon zijn deel van de kosten voor de woning en het huishouden op zich neemt. Om die redenen mag de man toch bij zijn bejaarde moeder blijven wonen.