Waarschijnlijk geen aliens in Omega Centauri

Het leek een prima plek om te zoeken naar buitenaards leven: Omega Centauri, de grootste bolvormige sterrenhoop in de Melkweg. Het cluster kent zo'n tien miljoen sterren en staat dicht in onze buurt: 16.000 lichtjaar, waardoor het vanaf aarde met het blote oog te zien is. Maar helaas, uit onderzoek is gebleken dat het vinden van aliens er niet al te waarschijnlijk is.

Door de kleine afstand - relatief natuurlijk - is Omega Centauri een mooi doelwit voor de Hubble-ruimtetelescoop. Onderzoekers van de University of California, Riverside kozen het cluster uit om nader te bekijken, volgens hoofdauteur Stephen Kane omdat dergelijke clusters overal in het universum bestaan en het een interessante plek lijkt om naar leven te zoeken.

Enorme aantallen sterren werden bekeken in de kern van het cluster, waarna er 350.000 werden uitgekozen voor nadere bestudering. Op basis van hun kleur, een indicatie voor de temperatuur en leeftijd van de sterren, berekende men dat deze sterren interessant waren met het oog op de zoektocht naar leven.

Van alle sterren werd de leefbare zone berekend, de zone waarin rotsachtige planeten eventueel over vloeibaar water kunnen beschikken, een belangrijk ingrediënt voor leven - in elk geval leven zoals wij dat kennen en waar wij dus logischerwijze naar zoeken. De meeste sterren in de kern van Omega Centauri zijn rode dwergen en dus zijn hun leefbare zones veel dichter bij de sterren dan die van onze zon, die veel groter en heter is.

"De kern van Omega Centauri zou mogelijk vol kunnen zitten met planetaire systemen, inclusief mogelijk bewoonbare planeten binnen de leefbare zone", aldus Kane. "Een voorbeeld van zo'n systeem is TRAPPIST-1, een soort miniatuurversie van ons zonnestelsel op zo'n 40 lichtjaar afstand." TRAPPIST-1 wordt momenteel gezien als een van de meest veelbelovende plekken in de zoektocht naar buitenaards leven.

Toch bleek nauwkeurige bestudering van de sterren in de kern van Omega Centauri een andere conclusie op te leveren. Kort gezegd: het is er véél te druk. Zo staat de zon ongeveer 4,22 lichtjaar van de dichtstbijzijnde ster, maar in de kern van het bolvormige cluster is die afstand gemiddeld slechts 0,16 lichtjaar.

"Een ster komt daardoor grofweg eens in de één miljoen jaar in aanraking met een andere ster, waardoor het nagenoeg onmogelijk is om stabiele, leefbare planeten te vormen", aldus mede-onderzoekster Sarah Deveny. Het volgende doel is dan ook duidelijk: "Bolvormige clusters waar sterren minder vaak op elkaar knallen kunnen we bestuderen voor een betere kans op het vinden van leefbare planeten."