Geen onderzoek na 200 aangiftes tegen Pechtold

Er vindt geen opsporingsonderzoek plaats naar aanleiding van ruim 200 aangiften tegen de heer Alexander Pechtold wegens de schenking van een appartement. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft geconcludeerd na oriënterend onderzoek dat er geen feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven voor een verdenking van een ambtsdelict. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft zich daarnaast gebogen over andere, strafrechtelijke feiten die zijn genoemd in de aangiften. Het OM is na bestudering van de stukken tot de conclusie gekomen dat er geen vermoeden is van een strafbaar feit.

Eerder dit jaar zijn door in totaal ruim 200 mensen aangiften ingestuurd naar zowel het ministerie van Justitie en Veiligheid als het OM tegen de heer Pechtold. Deze aangiften zien op de schenking van een appartement aan Pechtold begin 2017 door een bevriende Canadese oud-diplomaat. Volgens de aangiften zou het Kamerlid Pechtold zich onder meer schuldig hebben gemaakt aan ambtelijke omkoping, ofwel een ambtsdelict. Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft begin april deze aangiften doorgeleid naar de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Dat is gebeurd conform het eerder dit jaar gepubliceerde protocol over de behandeling van aangiften van ambtsdelicten tegen bewindslieden en Kamerleden.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft geconcludeerd na zijn onderzoek dat er geen feiten en omstandigheden zijn die objectief gezien een serieuze aanleiding geven voor een verdenking dat de heer Pechtold het appartement heeft aangenomen, terwijl hij zou weten of kon vermoeden dat deze schenking een poging zou zijn om hem als Kamerlid te beïnvloeden. De procureur-generaal ziet dan ook geen serieuze aanknopingspunten voor een opsporingsonderzoek. De minister van Justitie en Veiligheid heeft de betrokkenen vandaag hiervan op de hoogte gesteld.

In het geval van een ambtsdelict is het OM niet bevoegd om de aangiften te beoordelen. Het OM heeft zich nog wel gebogen over de andere feiten die genoemd zijn in de aangiften, namelijk valsheid in geschrifte en belastingontduiking. Het OM is na bestudering van de stukken tot de conclusie gekomen dat er geen vermoeden is van een strafbaar feit. Er zijn geen aanknopingspunten voor een opsporingsonderzoek. Van deze beslissing heeft het OM de betrokkenen op de hoogte gesteld.