Meeste meisjes in gesloten jeugdhulp ontvangen hulp voor seksueel geweld

In de gesloten jeugdhulp, de zwaarste vorm van hulpverlening, ontvangt 85 procent van de meisjes hulp voor seksueel geweld. Van alle meisjes die hulp ontvangen voor seksueel geweld wordt 13 procent gesloten geplaatst. Dit is aanzienlijk vaker dan jongens. Omdat er tot nu toe geen landelijk beeld bestond van waarvoor kinderen jeugdhulp krijgen, deed de Nationaal Rapporteur samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een onderzoek onder jeugdhulpinstellingen naar slachtofferschap van seksueel geweld. Nationaal Rapporteur Seksueel Geweld tegen Kinderen Herman Bolhaar: "Om jonge slachtoffers van seksueel geweld te kunnen helpen en beschermen is het nodig dat de overheid weet hoeveel kinderen waarvoor welke hulp ontvangen, zodat ze de juiste zorg op de juiste plek krijgen."

In de Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2016, die vandaag verschijnt, heeft Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar in beeld gebracht hoeveel kinderen slachtoffer worden van seksueel geweld en welk pad zij doorlopen naar hulpverlening. Bolhaar: "Ik vind het heftig dat van een bijzonder groot aantal kinderen de problematiek na seksueel geweld dusdanig oploopt dat hun vrijheid wordt beperkt door opname in een instelling voor gesloten jeugdhulp." Uit de steekproef onder kinderen die jeugdhulp ontvangen bleek dat jongens die seksueel geweld meemaken hiervoor relatief minder vaak jeugdhulp ontvangen dan meisjes, en als zij hulp ontvangen is deze gemiddeld lichter van aard. Er is geen landelijk beeld van welk kind waarvoor hulp ontvangt, omdat dit nu niet geregistreerd hoeft te worden. Bolhaar: "De informatie die uit dit onderzoek komt maakt duidelijk hoe noodzakelijk het is dit wel te gaan registreren. Als we niet weten welke hulp mishandelde kinderen krijgen kunnen we ook niet weten of we ze wel de juiste hulp bieden."

Landelijke registratie Veilig Thuis niet betrouwbaar
De omgeving, of een kind zelf, kan (vermoedens van) seksueel geweld melden bij Veilig Thuis. Dit advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling bestaat uit 26 regionale organisaties, waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn. Doordat deze organisaties niet eenduidig registreren is niet bekend hoe vaak er daadwerkelijk gemeld is, en hoe vaak deze meldingen onderzocht zijn. Dat de registratie van Veilig Thuis nog geen betrouwbaar beeld geeft, werd recent ook geconstateerd door het CBS. Bolhaar: "Veilig Thuis is al bezig met het verbeteren van de registratie, zodat duidelijk wordt hoeveel kinderen via een melding in beeld komen. Registratieprotocollen zijn hierbij onontbeerlijk, maar niet voldoende: ik heb de minister aanbevolen geld beschikbaar te stellen om mensen er ook echt in te trainen en de resultaten te bewaken. Het is van groot belang dat de cijfers een betrouwbaar beeld geven van wat er daadwerkelijk gebeurt met mishandelde kinderen."

Online seksueel geweld
Jaarlijks worden naar schatting ruim 20 duizend kinderen tussen de 12 en de 17 jaar slachtoffer van ernstig hands-on seksueel geweld, zoals verkrachting. Dat is minder vaak dan vier jaar geleden. De Nationaal Rapporteur noemt dit een ontwikkeling in de goede richting, maar hij maakt ook een kanttekening: "Het roept de vraag op of online vormen van seksueel geweld, zoals grooming en het ongewenst doorsturen van seksueel beeldmateriaal, vaker voorkomen. Om deze vraag te beantwoorden is meer onderzoek nodig."