Politie traint steeds praktijkgerichter

De politie laat de training van beroepsvaardigheden van agenten steeds meer aansluiten bij de praktijk. Zo houden agenten hun vaardigheden op peil, afgestemd op hun situatie en behoefte.

Een van de veranderingen rond de trainingen is dat docenten vaker op straat gaan observeren. Zij kunnen situaties dan direct evalueren en agenten krijgen persoonlijke feedback. Training en toetsing sluiten hierdoor beter aan op de praktijk. Waar mogelijk wordt de werkplek gebruikt als trainingslocatie.

Verbeterplannen
Het politiekorps stelde zowel voor de deelname aan de Integrale Beroepsvaardigheidstrainingen (IBT, denk hierbij aan aanhoudingstechnieken en de schiettoets) als voor de resultaten bij de Fysieke Vaardigheidstoets (FVT, denk hierbij aan conditie en fitheid) verbeterplannen op. Sturing op deelname aan training en toetsing is daarbij cruciaal. Met een praktijkgerichte training zal de deelname naar verwachting ook toenemen.

Praktijkgericht trainen en toetsen
IBT-trainingen zijn onontbeerlijk voor wapendragende collega’s, onderstreept Leonard Kok van de korpsleiding. "Goed getraind zijn en voldoende trainen is belangrijk voor de eigen veiligheid van agenten en hun collega’s, maar zeker ook voor de mensen die ze willen aanhouden of beschermen. Het is daarom goed dat de focus van deze trainingen nog meer op de praktijk ligt."

Integrale Beroepsvaardigheidstraining
Het korps heeft het aantal trainingsuren sinds 2016 verhoogd van 35 naar gemiddeld 39 uur per agent per jaar. Conform de cao moet het aantal naar 42 uur, maar er zijn nog agenten die de 32 trainingsuren niet halen. Leonard Kok: "Waar het nog aan schort, is voldoende deelname. De trainingsuren worden gepland, maar medewerkers komen niet altijd opdagen of ze volgen maar een deel van de training. Een klein deel wordt zelfs niet ingepland. Niet komen trainen heeft meerdere oorzaken, zoals de druk van het werk dat voorgaat."

Verantwoordelijkheid nemen
Leidinggevenden moeten volgens Kok beter gaan toezien op deelname aan de trainingen. "Tegelijk moeten politiemedewerkers ook zelf hun verantwoordelijkheid nemen en de verplichtingen nakomen", benadrukt Kok. "Daarover moeten leidinggevenden en medewerkers regelmatig met elkaar in gesprek."

Fysieke Vaardigheidstoets
Wat geldt voor de IBT-trainingen, geldt ook voor de fysieke vaardigheidstoets (FVT). Dit is een jaarlijkse, verplichte toets die agenten zicht geeft op de conditie en de fysieke vaardigheden die nodig zijn om hun vak uit te oefenen. Ook bij deze toets gaan leidinggevenden beter toezien op deelname. Voorwaarde is dat ze medewerkers voldoende gelegenheid geven om de toets te doen. Het percentage deelnemers aan de FVT steeg in 2017 met 3 procent naar 74 procent. Van degenen die de fysieke toets aflegden, deed 92 procent dit binnen de normtijd; 1 procent lager dan in 2016.

Monitoren
Het korps heeft eind 2017 een plan opgesteld om de resultaten van de fysieke vaardigheidstoets verder te verbeteren. Dit wordt binnenkort met de ondernemingsraad besproken. Een van de maatregelen zijn een aantal proeven met alternatieve, praktijkgerichte toetsvormen. Een voorbeeld is tijdens de fysieke test een aanhouding verrichten, dit wordt momenteel los van elkaar getoetst. Ook komt er een nieuw systeem voor het monitoren van de wettelijk verplichte training en toetsing dat ook moet bijdragen aan een hoger deelname- en slagingspercentage.

Politie traint steeds praktijkgerichter (Foto: stockfoto politie.nl)
Politie traint steeds praktijkgerichter (Foto: stockfoto politie.nl)