Aantal meldingen kinderporno neemt toe

Het aantal meldingen van kinderporno neemt toe, van ongeveer 3.000 meldingen in 2014 naar bijna 18.000 in 2017. Daarom wordt de aanpak van online seksueel kindermisbruik versterkt. De versterking voegt nieuwe elementen toe aan de bestaande strafrechtelijke aanpak, die er op toe ziet dat daders volhardend worden opgespoord en vervolgd. Juist door de combinatie van verschillende actielijnen komt er een breder instrumentarium beschikbaar waardoor online seksueel kindermisbruik beter kan worden bestreden. Dat schrijft minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Preventie wordt versterkt door acties die gericht zijn op het voorkomen van slachtofferschap . Heldere voorlichting draagt bij aan versterking van de seksuele weerbaarheid van jongeren. Ook helpt het ouders om jongeren online te begeleiden en hun te wijzen op effecten van online grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar de wenselijkheid en mogelijkheden van een notificatiesysteem voor slachtoffers van online kindermisbruik in te richten. Anderzijds krijgt ook de preventieve aanpak gericht op potentiële daders een impuls.

Gezamelijke oplossing
Kinderporno moet van internet af. Daarbij dragen zowel overheid als bedrijfsleven een verantwoordelijkheid. Daarom komen op initiatief van minister Grapperhaus op korte termijn een aantal betrokken partijen bijeen, zoals internationale internetondernemingen, politie en openbaar ministerie. Tijdens een miniconferentie zal worden besproken hoe iedere organisatie, vanuit de eigen verantwoordelijkheid, de komende tijd verder kan bijdragen aan de bestrijding van online seksueel kindermisbruik om zo tot een gezamenlijke publiek-private aanpak te komen. Samen met internetbedrijven wordt daarnaast bekeken wat de technische mogelijkheden zijn om het maken, uploaden en verspreiden van kinderporno in te dammen.

Bestuursrechtelijke aanpak
Het overgrote merendeel van de ICT-bedrijven verwijderd kinderporno actief nadat daar melding van is gedaan. Wanneer dat niet gebeurt past het de overheid om normerend op te treden. Het strafrecht is hiervoor niet altijd een optimaal instrument. Daarom wordt onderzocht of een bestuursrechtelijke normerende en handhavende aanpak geschikt is voor de realisatie van een sluitend systeem in de aanpak van kinderporno op het internet.