'Toch geregeld tbs opgelegd zonder onderzoek'

Verdachten die tijdens het strafproces weigeren mee te werken aan een psychiatrisch of gedragskundig onderzoek, krijgen van de rechter toch regelmatig een tbs-maatregel opgelegd. Dat blijkt uit een onderzoek van rechter Han Jongeneel van de rechtbank in Amsterdam, dat door het Advocatenblad is gepubliceerd.

In de regel legt een rechter pas tbs op als uit onderzoek blijkt dat er sprake is van een stoornis. Aan tbs is een behandeling gekoppeld, maar de maatregel kan telkens opnieuw verlengd worden als de betrokkene geen vooruitgang boekt.

Jongeneel heeft vijftig rechtszaken onder de loep genomen waarin de verdachte niet aan een persoonlijkheidsonderzoek meewerkte. De rechter besloot in 29 gevallen toch tot een tbs-maatregel, meer dan de helft. Zes keer leidde de weigering tot een hogere strafmaat. Vijftien keer kreeg de verdachte geen tbs maar ook geen hogere straf.

Anne Faber
In dit onderzoek is de oude strafzaak van Michael P. - die is aangehouden in verband met de dood van Anne Faber - niet meegenomen. Hij weigerde destijds ook gedragsonderzoek en kreeg geen tbs opgelegd. Volgens critici kwam hij daardoor te snel vrij en kreeg hij aan het einde van zijn celstraf te veel vrijheid toen hij zich in een psychiatrische kliniek mocht voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij.

De Amsterdamse rechter concludeert dat rechters toch tot tbs besluiten als zij op eigen houtje een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke geestesstoornis kunnen vaststellen. Daarvoor baseren de rechters zich op relevante diagnoses in het verleden of andere omstandigheden. Soms gebeurt dat na louter observaties van de verdachten door deskundigen.

'Toch geregeld tbs opgelegd zonder onderzoek'
'Toch geregeld tbs opgelegd zonder onderzoek' (Foto: ANP)