Nog steeds te weinig vrouwelijke hoogleraren

Het glazen plafond voor vrouwen op Nederlandse universiteiten blijft onverminderd dik. Het percentage vrouwelijke hoogleraren is ten opzichte van een jaar geleden nauwelijks gegroeid, constateert het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) in zijn dinsdag gepubliceerde jaarlijkse monitor. Momenteel is slechts 18 procent van de hoogleraren in ons land vrouw. Vorig jaar lag dat percentage op 16,9.

In het huidige groeitempo gaat het volgens het LNVH nog tot het jaar 2054 duren voordat er een evenredig verdeling tussen mannen en vrouwen is onder hoogleraren.

Naast ondervertegenwoordiging in hoge academische functies, blijft ook de beloning voor vrouwen nog altijd achterlopen. In 2012 en 2015 werd in de monitoren al een loonkloof vastgesteld en die blijft onverminderd in stand. "Conclusie: vrouwelijke wetenschappers lopen op jaarbasis miljoenen mis. Daarnaast worden vrouwelijke wetenschappers stelselmatig in de lagere functieniveaus ingedeeld."

Ten aanzien van academische bestuursfuncties is het beeld beter voor vrouwen. Zowel in bestuurscollege's als in raden van toezicht van de universiteiten ligt het aandeel vrouwen rond of boven de 30 procent. Het percentage vrouwelijke leden in de raden van bestuur van universitair medische centra nam toe van 14 naar 23 procent. In de raden van toezicht van de universitair medische centra is het aandeel vrouwen licht gedaald maar ligt het nog altijd op 37 procent.

Nog steeds te weinig vrouwelijke hoogleraren
Nog steeds te weinig vrouwelijke hoogleraren (Foto: ANP)