Leider Brexit-kamp heeft geen haast
De leider van het Vote Leave-kamp in Groot-Brittannië zegt dat zijn land alvast informele besprekingen over de toekomstige relatie met de Europese Unie kan beginnen alvorens formeel Artikel 50 van het Verdrag van Lissabon in werking te laten treden.
"Wij zien geen noodzaak om haast te maken met Artikel 50", meent Matthew Elliott. "Het is het beste als het stof in de zomer neerdwarrelt en dat in die periode informele onderhandelingen worden gevoerd met de overige staten."
Elliott zei dat het uiteindelijke akkoord over de Britse uittreding een regeling moet omvatten voor alle aspecten van de relatie, inclusief de Britse bijdrage aan de EU, toegang tot de Europese binnenmarkt, uitleveringsverdragen en het zogenoemde 'paspoorten' voor financiële diensten.
De zes landen die aan de wieg van de Europese Unie stonden, hebben er zaterdag bij Groot-Brittannië op aangedrongen zo snel mogelijk te beginnen met de onderhandelingen over het verlaten van de unie.
De ministers van Buitenlandse Zaken van Duitsland, Nederland, Frankrijk, Italië, België en Luxemburg zijn in Berlijn bijeen om over de zorgelijke situatie te praten. Dit zestal was in 1957 betrokken bij de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, de voorloper van de Europese Unie.
De uitvoering van de scheiding moet zo snel mogelijk beginnen, zei Duitslands vertegenwoordiger Frank-Walter Steinmeier. De unie heeft geen zin in een traag verlopende afwikkeling, zei hij. Binnen de EU bestaat de opvatting dat de Britten zo veel mogelijk tijd willen winnen. Vrijdag leek het erop dat Londen pas na de aflossing van David Cameron als premier, in oktober, serieus werk van het vertrek wil maken.
De Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken Jean Asselborn zei dat nu het Britse volk heeft gesproken, die beslissing moet worden omgezet in daden. Als Groot-Brittannië de afwikkeling niet in gang zet, dan ontstaat er alleen maar onzekerheid. De economische en sociale aspecten vergen een vlot handelen van de Britten.
Leider Brexit-kamp heeft geen haast (Foto: ANP)
