Geen einde kindhuwelijken Pakistan

Een wet die een einde had moeten maken aan de kinderhuwelijken in Pakistan is er helaas niet doorheen gekomen. Een Sharia-rechtbank, een instantie die het laatste oordeel heeft in het land, heeft het voorstel als 'onislamitisch' beoordeeld.

Letterlijk noemden de 'islamgeleerden' het wetsvoorstel 'godslasterlijk' en 'in strijd met de islam'. Net als in buurland India is de status van de vrouwen in Pakistan het beste te omschrijven als 'zeer beroerd'. In India echter, is het door wetgeving en handhaving gelukt de hoeveelheid kinderhuwelijken terug te dringen van 47 procent (van alle huwelijken) in 1998 naar 3,7 procent in 2011. In Pakistan is daar dus voorlopig geen enkele sprake van.

De huidige regering wilde de huwbare leeftijd van vrouwen opschroeven van 16 naar 18 jaar. Iets dat de Sharia-rechtbank dus tegenhield. In de praktijk wordt de 16 jaar ook vaak niet gehandhaafd in het islamgekke land. Er zijn gevallen bekend van kinderen van zes of zelfs drie jaar die aan een oudere man gekoppeld zijn. Zelfs peuters van drie wisselen wel eens van eigenaar.

Kindhuwelijken lossen een hoop problemen op in Pakistan. Zo worden regelmatig vetes beslecht doordat een van de ruziënde partijen zijn dochter schenkt aan de tegenpartij. Hetzelfde gaat op voor gokschulden, die soms worden afgekocht door de dochter mee te geven aan de schuldeiser. Hindoe- en christenkinderen zijn ook niet veilig. Regelmatig vinden er moslimrazzia's onder die gemeenschappen plaats, waarbij de dochters gekidnapt en bekeerd worden. Mensen die hierover hun beklag doen bij de politie worden regelmatig in het gezicht uitgelachen.

Voorstellen van de Pakistaanse regering zijn niet bindend. Eerder werd een voorstel om DNA-onderzoek te gebruiken bij verkrachtingszaken eveneens door de hooggeleerde relikneuzen afgewezen. De Sharia bleef van kracht, wat inhoud dat een (vrouwelijk) slachtoffer van verkrachting bij een rechtszaak minstens vier mannelijke getuigen bij zich moet hebben, om een kans te maken in de rechtbank.