Vuelta etappe 11: Andorra la Vella - Cortals d'Encamp, 138 km

Na de eerste week van de Vuelta staat er een Nederlander aan de leiding. Dat had vooraf niemand verwacht, maar Tom Dumoulin heeft iedereen weten te verbazen. Hij staat bijna een minuut voor op zijn naaste belagers. De eerste week werd vooral gekenmerkt door een aantal etappes met korte, steile klimmetjes aan het eind. Chaves leek daar aanvankelijk de sterkste op te zijn, maar op het laatste muurtje was Dumoulin ineens de beste. Tussendoor werd de eerste echte bergrit gewonnen door Bertjan Lindeman, die de sterkste was van een kopgroepje. In de wat vlakkere ritten waren er vooral veel verrassingen. Het begon met Sagan, die eindelijk nog eens een rit won in een grote ronde. Daarna waren er overwinningen voor Caleb Ewan, Jasper Stuyven en Kristian Sbaragli. Heel wat onverwachte winnaars tot nu toe in de Vuelta en dat maakt de ronde eigenlijk best leuk. Tot nu toe weinig te klagen, leuke finales gezien. We hebben alleen nog geen echte bergritten gezien, maar die gaan in de tweede en derde week zeker nog komen. De eerste echte bergrit krijgen we nu, meteen na de rustdag. Etappe 11 speelt zich af in Andorra, het trainingsgebied van Joaquim Rodriguez. Hij heeft deze rit mogen ontwerpen. Dat is duidelijk te zien, dit is een parcours waar zelfs Angelo Zomegnan nog enthousiast van zou worden. Zes bergen in 138 kilometer, dit wordt de grootste uitdaging voor Tom Dumoulin. Grote kans dat dit zijn laatse rit in het rood wordt.

De route van etappe 11 (Afbeelding: letour.fr)
De route van etappe 11 (Afbeelding: letour.fr)


Het profiel van de etappe (Afbeelding: letour.fr)
Het profiel van de etappe (Afbeelding: letour.fr)

De elfde rit gaat van start in de hoofdstad van Andorra, Andorra la Vella. Een stad met 24.000 inwoners. Een kleine stad dus, maar wel de grootste van het land. In Andorra schijn je winkels te hebben waar je belastingvrij kunt shoppen, daardoor komen er nogal wat Spanjaarden en Fransen op het dwergstaatje af. Beetje alcohol en tabak goedkoop halen, niet alleen Nederlanders zijn gierig. Andorra la Vella ligt in een vallei en overal om de stad heen zie je de bergen al liggen. Andorra is behoorlijk geschikt voor wielertoeristen, overal liggen uitdagende beklimmingen. Daar komen we tijdens deze rit zeker achter. Andorra komt de laatste jaren vaak voor in de Vuelta, blijkbaar is er nog wat geld in dit land. Zo'n beetje ieder jaar is er wel een aankomst bergop in Andorra, met uitzondering van vorig jaar. In 2013 was er wel een aankomst op Collada de Gallina, een berg die ook vandaag aangedaan wordt. Bovendien vertrok er ook nog een rit in Andorra. Een jaar eerder was er ook een aankomst op Collada de Gallina en was Andorra la Vella de startplaats van de volgende rit. In 2010 vertrok er ook een rit uit Andorra la Vella. De dag ervoor was er een aankomst bergop geweest in Andorra, in Vallnord, sector Pal. Igor Antón won daar zijn tweede rit van die Vuelta en leek op weg naar de eindzege, maar dat liep net even wat anders. Na een jaar afwezigheid dus weer terug in Andorra, klaar voor een mooie rit. Andorra heeft dan wel veel bergen, maar in het verleden werd daar niet echt gebruik van gemaakt. Hooguit drie bergen in een rit, nu meteen zes. Moet haast wel genot worden.

Andorra la Vella, het startpunt van de etappe (Foto: WikiCommons)
Andorra la Vella, het startpunt van de etappe (Foto: WikiCommons)

Bijna direct na de start begint het al omhoog te lopen. Na drie kilometer begint de eerste klim van de dag al, de Collada de Beixalis. Een beklimming van de eerste categorie, die vrij kort is maar wel steil. In 6,5 kilometer overwinnen de renners meer dan 500 hoogtemeters. Het stijgt gemiddeld aan 8,7%. Een goede klim om mee te beginnen, weten de renners meteen wat voor dag het wordt. Na amper 10 kilometer koers zit de eerste klim van de dag er al op. De klim begint in het dorpje Vila, net buiten Encamp. Het begin is nog wel makkelijk, maar al snel wordt het een zware klim. Drie kilometer lang komt het bijna niet onder de 10%, met zelfs een strook aan 14%. Pas na vier kilometer klimmen wordt het weer wat makkelijker, de klim zwakt af naar 6%. Geen lekkere klim om mee te beginnen, daags na de rustdag. Voor de renners met een slechte dag zal dit een verschrikkelijke rit worden, de volgende beklimmingen zijn niet eens makkelijker. Het wegdek op deze Col de Beixalis is behoorlijk breed en behoorlijk goed.

De beklimming van de Collada de Beixalis (Afbeelding: letour.fr)
De beklimming van de Collada de Beixalis (Afbeelding: letour.fr)

De afdaling is bijna 9 kilometer lang en begint met een scherpe bocht naar rechts. Daarna wordt het eigenlijk een redelijk makkelijke afdaling. Er zitten een aantal haarspeldbochten in, maar deze lijken vrij simpel. De weg is breed en in een redelijk goede staat, dus dat levert in ieder geval geen problemen op. Alleen als de renners bijna beneden zijn in Anyós wordt het even lastig. Als de eerste huisjes in beeld zijn volgen er kort achter elkaar drie bochten, waarbij vooral de tweede bocht wat lastiger in te schatten is. Als iedereen goed door die bochten komt moet de rest ook wel te doen zijn. Richting Anyós nog wat haarspeldbochten, maar dat is verder allemaal wel goed in te schatten. In Anyós hebben de renners 17 kilometer afgelegd en daalt het nog even verder, tot het dorp achter ons ligt. Beneden begint het gelijk weer omhoog te lopen, richting La Massana. Van La Massana wordt er richting Ordino gefietst, waar de volgende klim van de dag na 22,4 kilometer gaat beginnen. De Coll d'Ordino, een beklimming van de eerste categorie.

De beklimming van de Coll de Ordino (Afbeelding: letour.fr)
De beklimming van de Coll de Ordino (Afbeelding: letour.fr)

De naam Ordino zal voor mensen met een goed geheugen best bekend klinken. In 2007 was er in de Vuelta een rit met aankomst op Ordino-Arcalis, waar Denis Menchov de sprint van een klein groepje won. Ordino-Arcalis is een skigebied, dat hoort bij het wintersportgebied Vallnord, nog net in Andorra, op de grens met Frankrijk. In de Tour de France van 2009 kwam er ook een rit aan op deze klim, toen was de nog onbekende Brice Feillu de sterkste. We gaan nu echter niet de kant op van Ordino-Arcalis, de Coll d'Ordino ligt net de andere kant op. Deze Coll d'Ordino kwam wel voor in de Vuelta van 2013, de rit naar Collada de la Gallina. De tweede klim van de dag is 10 kilometer lang en 7% gemiddeld. Gemiddeld dus minder zwaar dan de vorige klim, maar wel een stukje langer. Het is een behoorlijk regelmatige klim. Het lastigste stuk zit in het begin, een van de eerste kilometer is het zwaarste met 8% gemiddeld. Andere kilometers zit het vaak tussen de 6 en 7%. Alsnog een best lastige klim, maar wel een van de makkelijkste van de dag. De weg hier is ook breed en in goede staat, prima klimmetje. Na 32 kilometer komen de renners boven op de tweede klim van de dag.

Een opluchting voor de renners als ze boven zijn op de Coll d'Ordino, er volgt nu het langste stuk van de dag waarin er niet geklommen hoeft te worden. In totaal wordt er 26 kilometer afgedaald tot de voet van de volgende klim. Eerst wordt er 10 kilometer afgedaald na de Coll d'Ordino, richting Canillo. Een afdaling die redelijk makkelijk begint en waar het zelfs vrij snel weer even omhoog begint te lopen. Een kilometer lang loopt het nog een beetje vals plat omhoog, voor de afdaling verder gaat. De afdaling is in het begin vrij makkelijk, er zitten redelijk wat stukken bij waar het aardig lang rechtdoor gaat. Af en toe een haarspeldbocht, maar dat mag geen problemen opleveren. Als de renners bijna in Canillo zijn begint de afdaling wat bochtiger te worden. Er zitten een paar bochten bij die wat lastiger zijn, maar over het algemeen is deze afdaling nog steeds prima te doen. Beneden in Canillo slaan de renners rechtsaf en komen ze op een grote weg terecht, terug richting Andorra la Vella. De renners komen ook langs Encamp, waar de slotklim gaat beginnen. Het blijft verder dalen tot na Andorra la Vella, maar de echte afdaling is nu al afgelopen. Na 58 kilometer bereiken de renners Sant Julià de Lòria, waar de derde klim van de dag gaat beginnen. Coll de la Rabassa, eerste categorie.

De derde klim, de Coll de la Rabassa (Afbeelding: letour.fr)
De derde klim, de Coll de la Rabassa (Afbeelding: letour.fr)

De Coll de la Rabassa is bijna 14 kilometer lang en gemiddeld 6,6%. De klim begint behoorlijk steil, meteen na Saint Julià de Lòria loopt het omhoog aan 10%. Al snel is er een wat vlakker stukje, maar daarna gaat het weer twee kilometer verder aan 10%. Ook na vier kilometer klimmen, als het dorpje Juberri wordt gepasseerd, blijft het steil. Nog even een kilometer aan 9%, gevolgd door een kilometer aan 7%. Na zeven kilometer klimmen is het zwaarste wel geweest en wordt het wat makkelijker richting de top. Een paar kilometer aan 5% en nog een paar kilometer aan 4%. Het venijn zit echt in het eerste deel van deze klim, richting het eind stelt het niet veel meer voor. Na 72 kilometer komen de renners boven en zit de helft van de rit er op. De helft van de beklimmingen ook, nog drie te gaan. De renners passeren tijdens de klim Naturlandia, een attractieparkje, waar je kan klimmen, rodelen, scheuren op een quad, op luchtkussens springen, boogschieten en meer van dat soort dingen. De rodelbaan begint boven op de top van de Rabassa, die we niet bereiken. Een paar kilometer voor de echte top slaan de renners linksaf en gaan ze naar beneden. De rodelbaan zien ze nog wel als ze Naturlandia passeren, gaat mooi over de weg heen.

Het attractiepark Naturlandia ligt vlak naast de route (Foto: WikiCommons)
Het attractiepark Naturlandia ligt vlak naast de route (Foto: WikiCommons)

Een afdaling van 13 kilometer volgt. De afdaling begint makkelijk, zonder echte bochten. Daarna is er zelfs nog even een vlak stukje, maar dit duurt niet lang. De afdaling gaat verder en is op sommige punten wel vrij steil, maar niet lastig. Het tweede deel van de afdaling is wel wat lastiger, er komen ineens nogal wat haarspeldbochten in het parcours. Toch zou ook dit goed moeten lukken, we zitten weer op een brede weg die behoorlijk breed is. Goede wegen in Andorra, tot nu toe. Na 10 kilometer afdalen en een stuk of 15 haarspeldbochten bereiken de renners Aixirivall en zijn ze bijna beneden. In Aixirivall zit nog een lastige bocht, maar verder is ook dit een makkelijke passage. Het daalt nog drie kilometer verder tot we weer in Sant Julià de Lòria uitkomen, waar de renners na 85 kilometer een etenszakje krijgen. Het is nu even vlak, maar dat duurt niet lang. De renners verlaten Saint Julià de Lòria in het zuiden en beginnen meteen na het verlaten van dit dorp aan de vierde klim van de dag, de Collada de la Gallina. Categoriá especial, buitencategorie dus.

Het profiel van de Collada de la Gallina (Afbeelding: letour.fr)
Het profiel van de Collada de la Gallina (Afbeelding: letour.fr)

De Collada de la Gallina is ondertussen een bekende beklimming in de Vuelta. In 2012 kwam de klim voor in de achtste rit. Valverde won toen op deze klim met een laf sprintje voor Rodriguez en Contador. Een jaar later kwam de klim weer terug, in verschrikkelijk slecht weer reed vroege vluchter Daniele Ratto naar de overwinning. Hij had een aantal vluchtgenoten mee, maar die vielen door het slechte weer allemaal weg. Ratto zelf viel vooral op door op een bijzondere manier af te dalen, bij iedere bocht haalde hij zijn voet uit het klikpedaal. Achter hem werd Nibali tweede, een paar seconden voor Horner. Een van de weinige keren dat hij Horner wist te verslaan in die Vuelta. In 2013 werd de Collada de la Gallina wel van de andere kant beklommen en niet helemaal tot de top. Desondanks was de klim toen al lastig genoeg. Nu wordt er wel helemaal tot de top geklommen, die op bijna 2000 meter ligt. De Collada de Gallina is op deze manier bijna 12 kilometer lang en 8,5% gemiddeld. De klim begint meteen heel steil, met een kilometer aan 8%. Daarna wordt het nog even wat erger, een kilometer aan 10%. De derde kilometer van de klim is vlak en haalt het gemiddelde wat naar beneden, eigenlijk is deze klim nog een stukje zwaarder dus. Het wordt eigenlijk geen moment meer makkelijk na die vlakke kilometer. Kilometers aan 8%, aan 10%, aan 9%, aan 12%, het is een onding. Een klim met redelijk veel haarspeldbochten, dat maakt het nog een beetje lastiger. Best wel een behoorlijk pittige klim, om het nog voorzichtig uit te drukken.

Het dorp Sant Julià de Lòria is al vroeg zichtbaar tijdens de afdaling (Foto: WikiCommons)
Het dorp Sant Julià de Lòria is al vroeg zichtbaar tijdens de afdaling (Foto: WikiCommons)

Na bijna 100 kilometer fietsen zijn de renners boven op de vierde klim van de dag. De afdaling die nu begint is een lastige, want deze kant van de Collada de la Gallina is nog een stukje lastiger. Gemiddeld 9%, met een nog groter aantal haarspeldbochten. In 2012 en 2013 hebben we kunnen zien hoe lastig deze klim is, nu mogen ze er naar beneden. De afdaling lijkt makkelijk te beginnen, maar al snel zitten er een paar scherpe haarspeldbochten achter elkaar. Na die paar scherpe haarspeldbochten wordt de afdaling een paar kilometer wat makkelijker. Nog steeds wel een paar bochten en ook haarspeldbochten, maar die liggen in wat meer open terrein, waardoor het wat makkelijker in te schatten zou moeten zijn. De echte ellende begint als de renners na een kilometer of vijf afdalen de finishplaats van de rit in 2013 bereiken, bij het kerkje met de prachtige naam Santuari de la Mare de Déu de Canòlich. In de komende vijf kilometer krijgen de renners een stuk of acht haarspeldbochten te verwerken, tot het dorpje Bixessarri. Het loopt echt steil naar beneden, vaak boven de 10%. Dat maakt het een lastige afdaling, zeker in combinatie met allerlei scherpe haarspeldbochten en een paar bochten die wat verdekter liggen. De weg is ook niet altijd even fantastisch, er zijn her en der een paar scheuren in het wegdek te vinden, hoewel er door het passeren van de Vuelta in de afgelopen jaren wel het een en ander aan oplapwerk is gedaan. Lastigste afdaling tot nu toe. In Bixessarri is het lastigste gedeelte van de afdaling geweest en zijn er nog wat makkelijkere kilomers in dalende lijn richting Aixovall.

Het kerkje is opnieuw het decor van de Vuelta (Foto: WikiCommons)
Het kerkje is opnieuw het decor van de Vuelta (Foto: WikiCommons)

In Aixovall slaan de renners linksaf en gaan we voor de derde keer naar Andorra la Vella. De weg begint al voorzichtig een beetje omhoog te lopen. Eenmaal in Andorra la Vella begint de vijfde en voorlaatste klim van de dag al vrij snel. Na 115 kilometer slaan de renners bij een rotonde rechtsaf en gaan ze op weg naar het dorpje La Comella. De Alto de la Comella is vier kilometer lang en behoorlijk zwaar. Ook in de ritten in Andorra in 2012 en 2013 kwam deze Alto voor. De klim zit altijd vlak voor de slotklim en dat is nu niet anders. De Alto de la Comella begint met een kilometer aan 8,5%, het is meteen weer steil. De kilometer daarna is met 7,5% iets makkelijker, maar er zitten wel weer stroken boven de 10% in. Tot de top blijft de klim lastig, het zit altijd zo'n beetje rond de 8%. Dat is dan ook het gemiddelde van de klim, alleen de laatste meters richting het dorpje La Comella zwakt het wat af. Na 120 kilometer komen de renners boven, nog 18 kilometer en één klim tot de finish.

La Comella
La Comella

De afdaling van de Alto de la Comella is ook een kilometer of vier lang en begint best steil. Het gaat aan een procent of 10 naar beneden, met een aantal haarspeldbochten erbij. De weg is wel ontzettend breed en in goede staat, dat maakt het dan weer wat makkelijker. Na twee steile kilometers naar beneden gaat het nog even omhoog voor een aantal meter, om daarna een vlakke kilometer te krijgen. Vervolgens is er nog een afdaling van anderhalve kilometer richting Les Escaldes, maar dat stelt niet veel meer voor. In Les Escaldes zijn de renners beneden en gaan ze op weg naar Encamp. Na 128 kilometer komen de renners in Encamp uit, waar de tussensprint van de dag is. Richting Encamp begint de weg alweer licht omhoog te lopen, in de valleien van Andorra is het nooit vlak. Na een rondje door Encamp begint na 129 kilometer de slotklim.

Encamp (Foto: WikiCommons)
Encamp (Foto: WikiCommons)

De Alto Els Cortals d'Encamp is een beklimming van de eerste categorie. De zesde en laatste klim van de dag is 8,7 kilometer lang en 9,1% gemiddeld. In totaal is de klim langer, omdat de weg al een tijdje omhoog loopt. In Encamp begint het al omhoog te lopen aan een procent of zes, maar als Encamp wordt verlaten komt er meteen een kilometer aan 11%, gevolgd door drie kilometer aan 9%. Het lastigste gedeelte van deze klim zit meteen in het begin, in de eerste vier kilometer. Op vijf kilometer van het eind wordt het langzaam iets minder steil, maar nog steeds enorm zwaar. Vijf kilometer van het eind is het nog 8%, maar daarna volgt een kilometer aan 7%. Weer een kilometer aan 8% om richting de top nog een kilometer aan 7% te hebben. Volgens het profiel van de Vuelta zelf is de slotkilometer 8%, maar Altimetrias zegt 7% en zelfs 5,6% op het eind. Die jongens zijn een stuk betrouwbaarder. Veel verschil maakt het eigenlijk niet, het is een loodzware slotklim, na een loodzware dag. Als hier niet met minuten gesmeten wordt weet ik het ook niet meer.

Alto Els Cortals d'Encamp, de laatste klim voor de slotklim (Afbeelding: letour.fr)
Alto Els Cortals d'Encamp, de laatste klim voor de slotklim (Afbeelding: letour.fr)

Voor de verandering finishen we eens een keer echt boven op de top. Al een paar keer meegemaakt dat er voor de echte top een finish was, maar nu fietsen we net zolang door tot de weg ophoudt. Na zes loodzware klimmen zijn de renners dan na 138 kilometer eindelijk klaar. Nog even een slotklim van bijna negen kilometer aan 9%, het is een monsterlijke rit. Op de top in Cortals d'Encamp kun je gebruik maken van de langste kabelbaan van Europa. Funicamp, een kabelbaan met allemaal mooie karretjes, die je door zo'n beetje alle heuvels in de buurt kan brengen. Opstappen is mogelijk in Cortals d'Encamp. Verder is Cortals d'Encamp niet zo spannend. Je mag het eigenlijk niet eens een dorpje noemen, er zijn een paar verdwaalde huizen. Het is voor het eerst dat deze klim in de Vuelta voorkomt, net zoals alle andere aankomsten bergop in deze ronde. Toch is deze klim niet voor iedereen onbekend terrein. Het maakt onderdeel uit van de wielerwedstrijd van Joaquim Rodriguez. Hij heeft een eigenlijk amateurwedstrijd, La Purito Andorra. Alle beklimmingen die we vandaag doen komen ook in deze rit voor. De ellende van deze rit is dus te danken aan Purito. Tijdens zijn eigen wedstrijd had hij nog enkele bekende deelnemers, waaronder Miguel Indurain.

De klim is voor een groot deel rechtdoor (Foto: WikiCommons)
De klim is voor een groot deel rechtdoor (Foto: WikiCommons)

Zo'n beetje de hele Vuelta hebben we in het zuiden van Spanje gezeten. Na de rustdag zitten we ineens helemaal in het noorden. Zo verder naar het noorden dat we niet eens meer in Spanje zitten. In Andorra is het iets ander weer dan in het zuiden van Spanje. Van die dertig graden is niet veel meer over, het wordt met een beetje geluk twintig graden in Andorra. Met een beetje pech nog minder dan dat. Bovendien is het voor het eerst deze Vuelta kans op regen. Een behoorlijk grote kans zelfs, zestig procent kans op neerslag in de middag. Is altijd afwachten of het dan ook echt gaat regenen, maar de vooruitzichten zijn niet zo goed. Met al die afdalingen tijdens deze rit is regen niet echt welkom. Over het algemeen zijn de wegen wel redelijk breed en goed, maar dan nog is regen niet echt welkom. Voor de koers wel interessant, je kan ineens andere renners goed zien presteren. Quintana bijvoorbeeld is iemand die slecht weer helemaal niet erg vindt, dat heeft hij liever dan dertig graden. De renners vertrekken morgen om 13.22u in Andorra la Vella en het leuke is dat we dat allemaal mee mogen maken. De rit wordt integraal uitgezonden. De verwachte finish is tussen 17.26u en 17.57u. Meer dan vier uur koers, met zes bergen. Moet haast wel genot worden.

Een rit met zoveel beklimmingen hoort een prooi te zijn voor de grote favorieten. Die kans is ook best groot, er is immers maar weinig tijd om als vluchter weg te fietsen en een flinke voorsprong bij elkaar te verzamelen. Met zoveel beklimmingen kan het peloton bijna niet rustig fietsen. Er zullen ploegen zijn, zoals Katusha en Movistar, die Dumoulin onder druk willen zetten. Tom is een enorme verrassing, maar dit is voor hem een grote test. Als hij deze rit niet veel verliest begint hij echt een kanshebber te worden. Die kans is klein, maar als Movistar en Katusha niet echt gas geven maken ze het hem alleen maar makkelijker. Vooral Katusha zal wel moeten, dit is de rit van Rodriguez. Voor alle klassementsrenners is dit een belangrijke rit, het is de zwaarste van deze Vuelta. Met recht een koninginnenrit. Lijkt me toch wel dat veel renners tijdens deze rit hun slag willen slaan. Ik verwacht toch wel met het broekje uit voor de tv te kunnen gaan zitten. Zelfs als er niet aangevallen wordt gaan er vandaag renners doorheen zakken. Dag na de rustdag zo'n rit, garantie op genot.
1. Rodriguez. Hij is het aan zijn stand verplicht. Dit is zijn rit, hij kent deze wegen allemaal. Traint altijd in Andorra en heeft dit parcours zelf verzonnen voor de Vuelta en voor zijn eigen wedstrijd. Enige nadeel is dat hij nog nooit echt heeft kunnen overtuigen in Andorra. Het is al jaren zijn terrein, maar gewonnen heeft hij er nog niet. In 2010, de rit naar Pal, ging hij goed mee met Mosquera en Nibali. In die jaren blies hij zichzelf alleen nog wel eens op en in die rit was dat niet anders. Ineens stond hij geparkeerd en werd hij ingehaald door Igor Antón en daarna door nog een stuk of tien renners. In een paar kilometer verloor hij uiteindelijk een minuut op Antón, die de rit zou winnen. In 2012 verloor hij een sprintje bergop op Collada de la Gallina van Valverde en een jaar later werd hij op Collada de la Gallina weggereden door Nibali en Horner. Dat waren alleen wel andere ritten, met minder beklimmingen. Dit zou meer in zijn voordeel moeten zijn, maar de kans is dus ook best aanwezig dat het weer niets wordt in Andorra voor Purito.
2. Quintana. Nairo houdt wel van een beetje regen en sneeuw. Of houden van, dat is overdreven. Het doet hem alleen iets minder dan andere renners. Quintana leek voor de rustdag nog niet echt in goede doen. Had toch veel problemen om een strak tempo te houden en viel nogal eens stil. In de laatste etappe bergop was hij dan wel weer een stuk sterker dan Valverde en mag het wel duidelijk zijn dat hij de kopman is. Het zijn ook wel lastige ritten geweest voor Quintana, hij is iets minder explosief dan zijn concurrenten. Een rit met zes bergen zou hem meer moeten liggen, dan is explosiviteit iets minder belangrijk. Bovendien geen 30 graden meer, ik verwacht een indrukwekkende Nairito. Tevens verwacht ik dat Valverde nu echt door het ijs gaat zakken. Gebaseerd op vrij weinig, behalve dan dat hij op Cumbre del Sol niet meekon.
3. Froome. Leek eigenlijk helemaal nergens op wat hij liet zien, maar ineens was hij in de rit naar Cumbre del Sol weer van voren te vinden. Op zijn eigen tempo reed hij naar voren en won hij bijna de rit. Dan is hij blijkbaar toch niet zo slecht in vorm en mogen we hem nu weer van voren verwachten. Is niet de beste afdaler van het peloton, dus met die regen kan dat nog wel een klein probleempje worden. Hij kan wel goed volgen, maar als hij het alleen moet doen wordt het lastig. Op de een of andere manier krijgt hij het altijd wel voor elkaar om nog iemand te volgen, dus dat zal nu ook wel weer lukken. Dan mag je verwachten dat hij bij de eerste vijf zit.
4. Aru. Blijkbaar de sterkste bij Astana, Landa heeft het al lang en breed opgegeven. Aru niet, die heeft al wat splijtende demarrages geplaatst. Dat kan hij nu ook zomaar weer doen, hij heeft van die dagen dag hij niet te stoppen is. Ik verwacht wel veel van Beroerteman.
5. Pozzovivo. Kleine Domenico vindt zoveel bergen in een rit natuurlijk fantastisch. Dan is hij helemaal in z'n element. Hij fietst stiekem al best goed, maar nog niet echt in beeld. Deze rit zou hem meer moeten liggen dan de ritten hiervoor, dus verwacht ik hem nu wel in beeld. Moet hij alleen wel op z'n fiets blijven zitten, geen praktijken zoals in de Giro graag.