Belgisch kernafval bedreigt Nederlands drinkwater

De Belgen hebben plannen om hun kernafval vlak voor de Nederlandse grens ondergronds op te slaan. Drinkwaterbedrijf Brabant Water vreest voor besmetting van het grondwater, bericht het Algemeen Dagblad.

De drinkwaterdirecteur, Guïljo van Nuland, zegt dat er niet genoeg naar alternatieven wordt gekeken voor de opslag van het nucleaire afval. De Belgen willen de locatie in 2025 rond hebben en in 2035 moet het kernafval dan de grond in. “Er is dus nog 10 jaar om een plek te kiezen. Dat lijkt lang, maar dat is het bij dergelijke besluiten niet.” uit de directeur zijn zorgen.

De Belgen hebben 'haast' met het kernafval en willen de afspraken omtrent alternatieven negeren en vinden die onderzoeken nu overbodig. Brabant Water wil daarom graag een eigen expert toevoegen aan het onderzoeksteam van de Belgen. Met Niras, dat voor de Belgische overheid kernafval beheert, zijn daar ook afspraken over gemaakt. Het Brabantse waterbedrijf werpt verder op dat rond de kleilagen die de Belgen op het oog hebben er water stroomt dat uiteindelijk gebruikt wordt als drinkwater. Tevens lopen er door die locatie breuklijnen en is het niet te voorspellen wat daarvan de invloed is op het kernafval en grondwater. Ook zitten de Brabantse gemeentes niet te wachten op een radioactieve vuilstort in hun achtertuin.

Wat ook de nodige weerstand oproept is het feit dat begin dit jaar er ineens, zonder enig overleg, proefboringen werden gedaan bij Postel, vlak over de grens bij Eersel en Bergeijk. Ook de gedrevenheid van de Belgische regering om het kernafval in de kleilagen van Mol op te slaan zonder enig overleg, valt niet goed bij de Brabanders.

Om de onrust te sussen is er nu afgesproken dat er in plaats van nul, er zeker één of twee keer per jaar overleg zal zijn. Wethouder van Bergeijk, Frank van der Meijden, zegt daar over dat de Belgen nu de Brabantse belangen en gevoeligheden weer scherp hebben. Tevens melde hij dat de proefboringen in Postel niets te maken hadden met het ondergronds opslaan van de Belgische radioactieve rommel maar met het in kaart brengen van de grondlagen en hun samenstelling.

België zegt op hun beurt dat jarenlang internationaal onderzoek heeft aangetoond dat er maar één 'veilige' opslagmethode bestaat en dat is ondergronds in een stabiele geologische laag. Het kernafval wordt in een betonnen omhulsel ingepakt en dan zeker 200 meter diep onder de grond opgeslagen. In het Belgische Dessel wacht er al voor zeker 80 vrachtwagens aan hoog radioactief kernafval en 200 containers aan lichter kernafval op nieuwe ondergrondse huisvesting.