Hoog aantal burgerslachtoffers in Gaza-oorlog

Burgers maken het grootste deel uit van de slachtoffers van Israëlische luchtaanvallen in Gaza vorig jaar. Dat blijkt uit onderzoek van Associated Press. Het persbureau onderzocht 247 luchtaanvallen op woonwijken van de naar schatting vijfduizend Israëlische aanvallen tijdens het conflict. Deze onderzochte aanvallen kostten aan 844 mensen het leven, van wie 508 kinderen, vrouwen en oudere mannen.

Het oorlogsrecht stelt dat woningen beschouwd moeten worden als beschermde plekken voor burgers, tenzij ze worden gebruikt voor militaire doeleinden. Israël heeft altijd volgehouden alleen legitieme doelwitten onder vuur te nemen en zegt dat strijders zich schuilhielden in bewoond gebied. Volgens de Palestijnen werd bij Israëlische luchtaanvallen geen rekening gehouden met de aanwezigheid van burgers.

Ruim zestig procent van de slachtoffers lijkt nu burger te zijn geweest. Hamas zegt geen vrouwen te gebruiken in de strijd en ook uit Israëlisch onderzoek is gebleken dat er geen bewijs is dat vrouwen meevochten in de oorlog.

Het jongste dodelijke slachtoffer in de oorlog was een meisje van 4, het oudste een 92-jarige man. Kinderen onder de 16 vormen ongeveer een derde van het dodental: 280 in totaal, onder wie negentien baby's en 108 kinderen van 1 tot 5.

Van de ruim achthonderd doden waren er 96 strijders of veronderstelde strijders, iets meer dan elf procent van het totaal. Dit aantal kan hoger liggen, omdat de gewapende groeperingen geen inzage hebben geboden in hun dodentallen.