Oude angsten herleven voor Europese joden

De moord op vier Franse joden in een koosjere supermarkt in Parijs heeft de angst die Europese joden de laatste jaren al bekroop verder aangewakkerd. Ze voelden zich door het groeiende aantal antisemitische voorvallen al minder veilig, en maken zich zorgen over de volgens hen ontoereikende veiligheidsmaatregelen en de overvloed aan kwetsbare doelwitten.

Verscheidene Israëlische hoogwaardigheidsbekleders roepen de joden in de diaspora op zich in Israël te vestigen. Dat appèl klonk ook al na de aanslag op een joodse school in Zuid-Frankrijk in 2012 en die op het Joods Museum in Brussel van vorig jaar. Maar veel van de twee miljoen Europese joden lopen daarvoor niet onmiddellijk warm. Het merendeel van hun leiders dringt er bij hen op aan in Europa te blijven.

"Het Europese jodendom is de oudste minderheid van Europa en we hebben ervaring opgedaan in overleven onder alle mogelijke omstandigheden", zegt voorzitter Moshe Kantor van het Europees Joods Congres. "We zullen ons moederland, dat Europa heet, niet opgeven. We zullen de geschiedenis van het Europese jodendom niet beëindigen, dat is zeker."

Kantor roept op de beveiliging van joodse gebouwen en plaatsen te versterken. Ook wil hij een onderling beter afgestemd optreden tegen antisemitisme op het oude continent en een betere coördinatie tussen inlichtingendiensten die religieus extremisme bestrijden. Maar hij geeft toe dat een Europese jood die zich niet veilig voelt 'moet vertrekken, als je het mij vraagt'.

Veel Franse joden doen dat al. Vorig jaar pakten er zevenduizend, twee keer zoveel als het jaar ervoor, hun biezen en emigreerden naar Israël. Dat maakte Frankrijk de belangrijkste bron van Israëlische immigranten, aldus het Joods Agentschap, dat helpt bij de emigratie naar Israël. Ook de instroom van joden uit Nederland, België, Italië en Groot-Brittannië zwol aan.

De vertrekkende Franse joden hadden genoeg van het groeiende aantal antisemitische incidenten in Frankrijk. Vooral de verhouding met landgenoten met een Arabische achtergrond is er sinds de bloedige zomeroorlog die Israël vorig jaar uitvocht met Hamas in de Gazastrook niet beter op geworden. In geen enkel land zijn afgelopen jaar zoveel voorbeelden van jodenhaat gemeld als in Frankrijk, hebben onderzoekers aan de universiteit van Tel Aviv berekend.

Ook voor Yohan Cohen, die zich urenlang verschool in de koelcel van de door Amédy Coulibaly overvallen joodse supermarkt in Parijs, is de maat vol. Hij zei voor de camera van het Israëlische Channel 10 met zijn vrouw en vier kinderen naar Israël te vertrekken. "Maandag ga ik op alia", zei hij, het Hebreeuwse woord voor de trek naar Israël. "We gaan hier niet op onze dood zitten wachten."

De Israëlische autoriteiten moedigen de alia aan. Premier Benjamin Netanyahu greep het bloedvergieten van vorige week aan om Europese joden opnieuw te vragen zich in Israël te vestigen. In Israël is men niet alleen bezorgd om het lot van de volksgenoten in Europa, maar groeit ook de vrees dat het joodse volksdeel in de joodse staat langzaam maar zeker slinkt. Arabische inwoners hebben vaak grotere gezinnen dan joodse.

Netanyahu's oproep is niet overal in goede aarde gevallen. Verscheidene Franse politici werpen tegen dat joden onlosmakelijk deel uitmaken van de Franse Republiek. Ze genieten sinds de Franse Revolutie alle burgerrechten en behoren net zo goed tot de Franse samenleving als niet-joden, stellen zij. "Zonder de Franse joden is Frankrijk Frankrijk niet meer", zei premier Manuel Valls.

Notabelen van de joodse gemeenschap sloten zich bij Valls aan. "We dromen in het Frans, we denken in het Frans, onze cultuur is Frans en onze taal is het Frans", zei opperrabbijn Haïm Korsia. "Het is evident: ons land is Frankrijk."