Buschauffeurs willen af van losse kaartjes

Buschauffeurs zijn de losse kaartverkoop in het openbaar vervoer zat omdat het tot veel irritatie en onbegrip leidt bij reizigers. Dat meldt FNV Bondgenoten, dat een zwartboek bijhield met klachten van buschauffeurs over de losse kaartverkoop. De vakbond kijkt met weemoed terug naar de strippenkaart.

In een maand kwamen ongeveer negentig klachten binnen. Aanleiding voor de oproep waren de verhalen die de ronde deden. "Ik hoorde dat de buschauffeurs het onderling hadden over hun ervaringen omtrent de verkoop van losse kaartjes", verklaart vakbondsbestuurder Jan Heilig. "Veel buschauffeurs meldden dat zij kwaad worden aangekeken of worden uitgescholden als reizigers meer moeten betalen dan verwacht."

De onduidelijkheid over de prijzen voor het openbaar vervoer komen onder meer voort uit de invoering van de OV-chipkaart. Voorheen maakten alle busbedrijven nog gebruik van de strippenkaart, maar nu hebben busmaatschappijen eigen kaartjes waarmee ze elkaar kunnen beconcurreren. Hierdoor kunnen verschillende bedrijven verschillende prijzen rekenen voor hetzelfde traject.

Zo kunnen reizigers zowel met Arriva als met stadsvervoerder RET van Dordrecht naar Rotterdam gaan. Een enkeltje met de RET-bus kost drie euro, tegenover acht euro bij Arriva, zo staat in het zwartboek. Ook kost overstappen naar een andere busmaatschappij vaak extra geld.

Heilig wil dat de losse kaartverkoop wordt vereenvoudigd, omdat het huidige systeem niet klantvriendelijk is, voor meer administratie zorgt en soms tot agressie tegenover buschauffeurs leidt. "Wij pleiten voor een nieuwe strippenkaart", zegt hij. Verder dringt de vakbondsbestuurder eropaan losse kaartjes alleen nog via een pintransactie mogelijk te maken, in plaats van met cash geld. "Hierdoor is het voor de buschauffeur veiliger, omdat de kans op overvallen wordt verkleind. Ook versnelt het de verkoop van kaartjes in de bus."

FNV Bondgenoten biedt het zwartboek donderdag aan onder meer de provincies, gemeenten en busbedrijven aan.