Overheid laat otter oversteken

Overstekende otters moeten nog goed blijven uitkijken voor aanstormende auto's. Op veertien gevaarlijke locaties krijgt de overheid tot twee jaar extra om maatregelen te nemen die de ottersterfte moeten terugdringen. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag dinsdag bepaald in een zaak die was aangespannen door natuurorganisaties.

De rechtbank bepaalde vorig jaar dat het ministerie van Economische Zaken, waaronder natuurbeheer valt, de situatie op 21 knelpunten binnen een jaar moest hebben verbeterd. Voor de zeven urgentste locaties blijft die termijn staan. Het gaat daarbij onder meer om de A6 bij het Tjeukemeer en de A7 bij Oudehaske, allebei in Friesland.

Voor de otters moeten op de knelpunten zogenoemde looprichels onder bruggen en viaducten worden aangelegd. De richels moeten waar nodig worden voorzien van een raster. Hiermee kan de otter naar de veilige route worden geleid en kan het beest oversteken zonder te worden aangereden. Op de weg zelf moeten snelheidsbeperkingen komen.

Op twaalf locaties waar de otter vaak oversteekt moet de situatie nu binnen twee jaar zijn geregeld. Op twee locaties mag het ministerie er drie jaar over doen om de otter veilig te helpen oversteken.

De natuurorganisaties Das&Boom en Otterstation Nederland hadden de zaak aangespannen omdat ze vrezen voor de otter. Er leven ongeveer 120 otters in het wild. De afgelopen twee jaar is een derde van de otterpopulatie echter doodgereden. De natuurorganisaties wilden daarom extra maatregelen om de otter in leven te houden.