Weer onrust na doodschieten zwarte tiener door blanke agent

In het zuiden van de Amerikaanse stad St. Louis is woensdagavond nieuwe onrust ontstaan na het doodschieten van een zwarte tiener door een blanke politieman. Eerder was het onrustig in de noordelijke voorstad Ferguson, na een soortgelijk incident in augustus.

De 32-jarige politieman was buiten diensttijd in de wijk Shaw aan het werk voor een particulier beveiligingsbedrijf toen hij drie mannen tegenkwam, zei politiechef Sam Dotson. Ze zetten het op een lopen toen ze hem zagen. Tijdens het wegrennen moest een van de mannen steeds zijn broekriem vasthouden. De agent leidde daaruit af dat hij een wapen bij zich had en zette de achtervolging in.

De man draaide zich om en stelde zich agressief op. Er volgde een woordenwisseling en de man schoot op de agent, die terugschoot en hem doodde. Volgens Dotson schoot de man drie kogels af voor zijn wapen haperde; de agent schoot zeventien keer. Dotson kon niet zeggen waarom de agent zoveel kogels afvuurde en hoeveel daarvan de man troffen.

De gedode man was 18 jaar en zwart. Familieleden verklaarden tegenover een lokale krant dat hij ongewapend was.

Enkele uren na het incident gingen mensen in St. Louis de straat op en riepen 'Handen omhoog, niet schieten!', dezelfde kreet die werd geroepen tijdens de rellen in augustus in Ferguson. Sommigen scholden politieagenten uit en beschadigden politieauto's, maar de agenten 'toonden grote zelfbeheersing' en verrichtten geen arrestaties, zei politiechef Sam Dotson. In de loop van de avond en nacht keerden de meeste demonstranten terug naar hun huizen.