Strijd om Kobani duurt voort

De strijd om de Syrische grensstad Kobani duurt voort. Woensdag voerden buitenlandse gevechtsvliegtuigen opnieuw bombardementen uit op stellingen van de terreurgroep Islamitische Staat (IS) bij de stad. Zeven Syrische mensenrechtenorganisaties roepen de wereld op Kobani te redden uit handen van IS.

Een van de luchtaanvallen trof een heuvel en een open plek bij de stad. Ondertussen waren zware beschietingen te horen: een teken dat de strijd in de stad opnieuw is losgebarsten. De meeste gevechten hebben volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten plaats in de wijk Kani Arban.

Kobani wordt al weken belegerd door IS. De afgelopen dagen veroverde IS delen van de stad en werd door de extremistische strijders op verschillende plekken de zwarte vlag van de organisatie gehesen. Volgens het Syrisch Observatorium voor Mensenrechten hebben de luchtaanvallen, die worden uitgevoerd onder leiding van de Verenigde Staten, IS gedwongen zich uit delen van Kobani terug te trekken. Sinds maandag zouden de aanvallen aan zeker 45 militanten het leven hebben gekost.

De Syrische mensenrechtengroepen, waaronder de Koerdische Organisatie voor Mensenrechten en de Mensenrechtenorganisatie in Syrië, stellen dat de 'onmenselijke praktijken' van IS neerkomen op etnische zuivering. Volgens de organisaties zijn bijna 280 duizend mensen op de vlucht geslagen uit angst voor 'moorden, executies, onthoofdingen, het doorsnijden van kelen, chaos en ontvoering van vrouwen en kinderen'.

Kobani wordt vooral verdedigd door Koerdische strijders. Zij zouden woensdag een minaret hebben vernietigd die door IS als uitkijkpost werd gebruikt. Dinsdag gingen in veel Europese steden Koerden de straat op om op hulp te eisen bij de verdediging van de stad. In Turkije kwam het tot rellen tussen agenten en betogers die eisen dat Turkije de Koerden in Kobani de helpende hand toesteekt.

Woensdag zei een Koerdische activist dat hij en nog een aantal activisten, plus 157 Koerdische inwoners van Kobani drie dagen eerder kort na het oversteken van de grens in Turkije waren vastgezet. Onder de vluchtelingen uit Kobani bevinden zich 33 vrouwen en negen kinderen, zei de activist, Mustafa Bali. De overigen zijn volgens hem overwegend oudere mannen. Het was de bedoeling dat de activisten de vluchtelingen de grens over zouden helpen en vervolgens weer zouden terugkeren naar Kobani, zei hij.

"Ze lieten ons door en toen we eenmaal in Turkije waren zetten ze ons vast", zei Bali vanuit een sporthal in de Turkse grensplaats Ali Kor per telefoon tegen Associated Press. Ook de Syrische mensenrechtengroepen bekritiseerden Turkije, omdat het Koerdische vluchtelingen uit het noorden van Syrië zou verhinderen de grens over te steken.