HRW geeft 'autoritaire' Turkse regering uitbrander

Turkije moet werk maken van de bescherming van de rechtsstaat en de vrijheid van meningsuiting en betoging. Dat vindt Human Rights Watch (HRW). De regering van president Recep Tayyip Erdogan moet de grondwet herzien om de mensenrechten beter te waarborgen, schrijft de mensenrechtenorganisatie in een maandag verschenen rapport.

De mensenrechten zitten volgens HRW in Turkije in het verdomhoekje sinds de massale demonstraties tegen de regering van vorig jaar en de corruptieschandalen waarin Erdogans AK-partij is verwikkeld. Het rapport draagt vier maatregelen aan. De Turkse regering zou de Koerdische minderheid meer ruimte moeten gunnen om het vredesproces met de Koerdische autonomiebeweging PKK een werkelijke kans te geven. Ook wil HRW dat zij het strafrechtstelsel hervormt en een eind maakt aan de straffeloosheid voor ambtsmisbruik in verleden en heden en voor geweld tegen vrouwen. Ten slotte moet Ankara de beperkingen van de vrijheid van meningsuiting ongedaan maken en de media, het internet en de vrijheid van vergadering en vereniging voortaan ongemoeid laten.

Over het vredesproces met de Koerden spreekt HRW lovende woorden. Maar die prille winst dreigt volgens de mensenrechtenorganisatie teloor te gaan als Turkije de bron van het conflict, de geschonden rechten van Koerdische burgers, niet uit de wereld helpt.