Herstel ozonlaag zet door

De ozonlaag herstelt zich. De afgelopen 35 jaar is de hoeveelheid ozon in de stratosfeer, die de aarde beschermt tegen de straling van de zon, aanzienlijk toegenomen. Dat heeft een wetenschappelijk panel van de Verenigde Naties woensdag gezegd.

De ozonlaag beschermt tegen schadelijke straling die huidkanker, schade aan gewassen en andere problemen kan veroorzaken. Sinds de jaren zeventig werd de laag steeds dunner door het toenemende gebruik van cfk's, chloorfluorkoolstofverbindingen, een drijfgas die ozon afbreekt tot zuurstof.

Nadat de wetenschap alarm had geslagen besloot de internationale gemeenschap in 1987 het gebruik van cfk's in de ban te doen. Inmiddels neemt het gehalte aan cfk's in de atmosfeer al jaren af. In een eerder rapport berekenden de VN dat zonder het verdrag jaarlijks wereldwijd twee miljoen gevallen van huidkanker extra zouden worden vastgesteld.

Zo'n driehonderd wetenschappers brengen iedere vier jaar in kaart hoe het herstel van de ozonlaag vordert. "Het is een overwinning voor de diplomatie en voor de wetenschap en voor het feit dat we samen konden werken", zegt chemicus Mario Molina. Hij schreef in 1974 samen met F. Sherwood Rowland een wetenschappelijke studie naar het ozonprobleem. In 1995 werden ze voor hun werk onderscheiden met de Nobelprijs voor de scheikunde.

Opmerkelijk genoeg lijken broeikasgassen ook een bijdrage te leveren aan het herstel van de ozonlaag. Deze gassen, waaronder koolstofdioxide, koelen de hogere stratosfeer. De koelere lucht draagt bij aan een toename van de hoeveelheid ozon.

Het is echter niet alleen maar hosanna, waarschuwt MIT-wetenschapper Susan Solomon. De chemicaliën die de cfk's vervangen dragen bij aan de opwarming van de aarde. Ze verwacht dat de gevolgen hiervan met name na 2050 merkbaar zullen zijn.

De ozonlaag is bovendien nog verre van volledig hersteld. De stoffen die ozon afbreken bevinden zich nog steeds in de atmosfeer en verdwijnen maar langzaam. Boven het zuidelijk halfrond zorgen zij ieder jaar nog door een gat in de ozonlaag. Dit gat is nog steeds ongeveer zes procent dunner dan in 1980. De ozonlaag herstelt, maar 'we zijn er nog niet', aldus NASA-wetenschapper Paul Newman.