Opstelten vindt zich niet te oud voor ministerschap
Met zijn 70 jaar vindt Ivo Opstelten (VVD) zich nog lang niet te oud om minister van Veiligheid en Justitie te zijn. "Ik ben niet te oud, want ik ben er", zei de bewindsman vrijdag na afloop van de ministerraad in reactie op de scherpe kritiek die hij kreeg op zijn optreden tijdens het debat van donderdag over de aanpak van jihadisme.
Opstelten zei nog niet eerder geconfronteerd te zijn met kritiek op zijn leeftijd. "Het gaat om de inhoud", benadrukte hij. Donderdag verdedigde hij in de kamer een reeks maatregelen waarmee het kabinet jihadisme in Nederland wil bestrijden. "Wij hebben in de Kamer een basis gevonden om met dit programma stevig door te kunnen gaan. En dat vind ik het allerbelangrijkste."
CDA-leider Sybrand Buma haalde donderdag keihard uit naar Opstelten omdat hij 'geen flauw benul' van de inhoud van zijn eigen plannen. Ook D66-leider Alexander Pechtold had geen goed woord over voor het optreden van Opstelten. "De voorbereiding van de minister was ronduit teleurstellend", zei Pechtold, die grote moeite had zijn ongenoegen te verbergen.
Minister van Sociale Zaken en vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) ontkende vrijdag dat Opstelten niet wist waar hij over sprak. "We hebben het met elkaar voorbereid", aldus de vicepremier."Opstelten heeft een eigen stijl van debatteren. Dat is wat het is. Sommige mensen vinden het fantastisch, anderen hebben er moeite mee. Maar het gaat natuurlijk om de inhoud."
Minister Opstelten (Foto: Novum)
