Kamerleden vervloekt om Marokkaanse homoboot

De PvdA-Kamerleden Ahmed Marcouch en Khadija Arib zijn overspoeld met bedreigingen en verwensingen vanwege hun steun aan de Marokkaanse boot die zaterdag voor het eerst meevoer tijdens de Amsterdamse Canal Parade. Marcouch heeft aangifte gedaan tegen een Marokkaanse welzijnswerker uit Amsterdam wegens belediging en het aanzetten tot haat.

In een discussie op Facebook bestempelde welzijnswerker Mouna Jabrane de Kamerleden als 'parlementariërs van het afval'. De opmerking bewijst volgens Marcouch dat homohaat nog diepgeworteld zit in de Nederlandse samenleving. "Dit is wat homo's in bepaalde buurten continu meemaken. Door aangifte te doen wil ik een grens trekken, dit is belediging en aanzetten tot haat", aldus Marcouch.

Jabrane nam aanstoot aan de kleding waarin de Marokkaanse homo's en lesbiennes op de boot waren gekleed. Die droegen traditionele Marokkaanse kledij met daarop de Marokkaanse vlag en zouden de profeet hebben toegezongen. "Dat mag niet, laat de profeet en de vlag met rust", zegt Jabrane, die bij haar woorden blijft, maar daaraan toevoegt dat ze niets tegen homo's heeft. "Het gaat mij om de manier waarop dit is gegaan."

De Marokkaanse Jabrane zet zich in Amsterdam in voor de emancipatie van Marokkaanse vrouwen. Ze is betrokken bij jongerenprojecten en directeur van een stichting die in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken remigratietrajecten opzet voor gedetineerde Marokkanen. Tijdens de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen stond ze op de lijst voor De Groenen.

PvdA-Kamerlid Arib, die zaterdag meevoer, zegt geschokt te zijn door alle reacties. "Sinds zaterdag krijg ik van alles naar mijn hoofd geslingerd. Ik moet naar de hel, krijg verzen uit de koran toegestuurd en in deze discussie werd ik als een stuk vuil behandeld. Als je actief bent binnen de Marokkaanse gemeenschap zoals deze mevrouw, dan heb je een voorbeeldfunctie. We moeten een grens trekken." Arib overweegt aangifte te doen.