Minder geweld en agressie tegen ambtenaren

Het aantal ambtenaren en politici dat te maken kreeg met agressie en geweld is de afgelopen twee jaar gedaald. In 2012 was veertig procent van de overheidsmedewerkers slachtoffer, in 2014 is dat 25 procent. Dit blijkt uit de monitor Agressie en Geweld Openbaar Bestuur 2014, die minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Het percentage politieke ambtsdragers dat slachtoffer werd, zoals burgemeesters en wethouders, is in dezelfde periode gedaald van 38 naar 23 procent. De afname is volgens Plasterk vooral te danken aan maatregelen van werkgevers in het openbaar bestuur en het programma Veilige Publieke Taak (VPT). Dit programma werd in 2006 in het leven geroepen om agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak terug te dringen.

Het beleid om het aantal incidenten in te dammen is de afgelopen jaren beter toegepast, meldt Binnenlandse Zaken. Misstanden worden beter geregistreerd en daders moeten vaker boeten voor hun daden. Verder is er meer aandacht voor training en opleiding van overheidsmedewerkers waardoor zij beter kunnen omgaan met (mogelijk) gevaarlijke situaties.

Plasterk is verheugd over de daling, maar vindt het aantal slachtoffers nog steeds te hoog. Hij benadrukt dat agressie en geweld nadelig zijn voor het goed functioneren van het openbaar bestuur. De minister hamert erop dat er veel aandacht moet zijn voor nazorg aan slachtoffers.

De monitor geeft de uitkomsten weer van onderzoek naar agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers van gemeenten, provincies, Rijk en waterschappen. Cijfers over geweld tegen politieagenten zijn niet in meegenomen.