Minder overlast door hangjongeren

Rondhangende jongeren hebben vorig jaar iets minder overlast veroorzaakt. In totaal had zo'n zes procent van de Nederlanders veel hinder, een procentpunt minder dan in 2012. Dat blijkt dinsdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de vier grote steden had twaalf procent last van hangjongeren, op het platteland was dat drie procent.

Niet alleen het probleem van hangjongeren is groter in de vier grote steden, ook andere vormen van sociale overlast spelen hier vaker. Zo hebben ongeveer vijf keer zo veel stedelingen veel overlast van dronken mensen op straat of van drugsgebruik of -handel als degenen in niet-stedelijke gemeenten. Verder hebben zij bijna zes keer zo vaak hinder van mensen die op straat worden lastiggevallen.

Een op de tien Nederlanders heeft veel last van hangjongeren, dronkaards of andere sociale overlast. Dat is ongeveer gelijk aan vorig jaar. Ruim de helft van de Nederlanders, net iets minder dan in 2012, zegt af en toe te maken te hebben met sociale overlast.